Dag 3

Zondag 5 maart 2023

 

KUSEN 6

Wanneer de inademing gebeurt, adem dan niet enkel lucht in; wanneer de uitademing gebeurt, adem dan niet enkel lucht uit; laat jezelf een beetje dieper opgaan in deze beweging, in dit ritme van de ademhaling. Wanneer de inademing plaatsvindt, opent en ontvouwt zich het hele zijn; wanneer de uitademing plaatsvindt, komt het hele zijn samen. Wanneer deze absorptie in de adem iets dieper wordt, wanneer de uitademing plaatsvindt, sterven we aan het ik; met elke inademing die plaatsvindt, worden we herboren in de nieuwheid van elk moment. In de kern van deze absorptie in de adem kan een intuïtief en diepgaand begrip ontstaan dat er in ons een vrede bestaat, een rust, een vreugde, een openheid van het hart, een afwezigheid van angst die niet afhankelijk is van enige omstandigheid, intern of extern. En dit is wat spirituele beoefening, wat de leer van de Boeddha ons voorstelt om te ontdekken en te realiseren.

Dit is de reden waarom de stilte van mentale activiteit belangrijk is. Zorg er dus van moment tot moment voor dat dwangmatige gedachten niet het hele bewustzijnsveld in beslag nemen. Mobiliseer, wijd alle intentie, alle aandacht, alle energie aan intens daar zijn, aan het in stand houden van de vlam van het bewustzijn om al wat altijd daar geweest is, aanwezig in je, te laten ontvouwen, om de intelligentie van het hart, wat Ejo ook wel ‘spiritueel licht’ noemde, tevoorschijn te laten komen.

Hierover zei hij: “Als je geboren wordt, wordt het spirituele licht niet geboren; als je sterft, gaat het niet uit. We vinden het niet in meerdere mate in gerealiseerde wezens dan in niet-gerealiseerde wezens; het gaat niet verloren in verwarring, het kan niet gegrepen worden, noch verworpen noch bereikt. Hoewel onbereikbaar, ageert en straalt spiritueel licht door het hele wezen. Ejo nodigt ons uit te begrijpen dat we niet kunnen bereiken wat er al is. Ejo laat ons ook zien hoezeer de beoefening van zazen een praktijk van zelfontleding is. De beoefening leidt niet tot ontwaken, de beoefening creëert niets, maar de beoefening stelt ons in staat ons te ontdoen van alles wat de oorspronkelijke helderheid van het hart van de geest verduistert.

Op de spirituele reis, of het nu in de beoefening van meditatieve absorptie is of in iemands leven, is het belangrijk om als basismeester in gedachten te houden dat het spirituele licht nooit opgehouden heeft te schijnen, dat de intelligentie van het hart er altijd geweest is. Wat we ook tegenkomen in ons bestaan, wat de situaties, de omstandigheden, de beproevingen ook zijn, deze realiteit die we spiritueel licht noemen, de Boeddha-natuur, de intelligentie van het hart, houdt nooit op te bestaan. Adem zachtjes, langzaam, diep uit en houd niets tegen, fixeer je op niets in het bijzonder en laat jezelf zitten in de levende werkelijkheid van nu.

 


 

Einde van de sesshin (voor de san pai)

Om deze sesshin te beëindigen, gaan we samen san pai beoefenen, de drie prosternaties, en ik herinner je eraan of leer dat het een essentieel gebaar is in de beoefening van de Weg. Wanneer we groeten, harmoniseren we ons met onszelf en met wat gegroet wordt, en wanneer we neerkomen plaatsen we ons voorhoofd op de grond, op de aarde dus, de humus, de nederigheid, en op hetzelfde moment dat het voorhoofd op de grond rust worden de handen geheven en blijven de vingers met elkaar in contact. Met andere woorden, wanneer het voorhoofd op de grond rust, verdwijnt het geconditioneerde systeem, de identiteit, om plaats te maken voor onze grootste dimensie, de intelligentie van het ontwaakte hart. We zullen dit dus samen beoefenen met de aandacht en de intentie om het vanuit één lichaam en één geest te beoefenen, zoals een sangha.