Nu heb ik je doorzien, huizenbouwer:
je zal geen huis meer voor me bouwen.
Al je dakspanten zijn gebroken,
je nokbalk is versplinterd.
De geest heeft de conditioneringen overstegen
en gehechtheid werd beëindigd.

Woorden toegeschreven aan Shakyamuni Boeddha,
onmiddellijk na zijn ontwaken.
Geciteerd in Dhammapada 154

Wat is dat “ik”?

De meest directe weg van ware spirituele ontwikkeling, van bevrijding, is waarschijnlijk de weg van zelfonderzoek. Daarmee bedoel ik niet het cultiveren van inzicht in onze persoonlijkheid, op een psychologisch niveau. Het gaat om een helder observeren van wat dat ik, dat zelfgevoel, dat we als zo vanzelfsprekend beschouwen, nu eigenlijk is.

De boodschap die de meest verscheiden mystieke tradities ons brengen is in wezen eenvoudig. “Ik” mist elke substantie. Het is virtueel, een spookbeeld. Het heeft niet het zelfstandige, harde bestaan dat we eraan toedichten. De illusie, dat de kern van mijn bestaan een apart zelf is dat diep verscholen zit in dit lichaam en deze geest, is de belangrijkste steunbeer van het paleis van waanbeelden waarin het bewustzijn gevangen zit. Wanneer die geslecht wordt stort het ganse gebouw in elkaar als een kaartenhuis. Dan is er vrijheid.

“Ik” en identiteit

De meeste mensen zijn zich totaal niet bewust hoe deze zelf-illusie drukt op hun bestaan, hoe ze de oorzaak is van lijden. Ze koesteren ze dan ook – eveneens onbewust – als hun ware schat, als het fundament van alles wat menselijk en goed is. Daarom reageren ze afwijzend en zelfs furieus wanneer je suggereert dat de zaken anders liggen. Want als dat een illusie is, wie is er dan een goed mens? Wie zorgt er voor de anderen? Wie is er vrijgevig? Is dat dan geen zielloos bestaan? Dikwijls hoor je ook: “Jaja, het is een illusie, maar je hebt ze wel nodig!”. Wie heeft ze nodig? Verwar de illusie van een substantieel “ik” niet met een identiteit. Een identiteit is een praktische verzameling definities, beschrijvingen en herinneringen (Luc, één meter drieënnegentig, ik heb dat en dat meegemaakt) die gebruikt wordt om personen uit elkaar te houden. Dat is nodig, ja. En het is ook nodig je eigen identiteit te herkennen en te reageren als je je naam hoort. Anders is er iets heel erg mis. Maar geloven dat er op een fundamenteel niveau een apart zelf is dat met die naam aangeduid wordt is een schadelijke en zinloze illusie.

Helderheid

In veel gevallen heeft men de indruk dat het onderricht van het geen-zelf mensen voorschrijft hoe ze zouden moeten denken, hoe ze in het leven zouden moeten staan. Maar wat het doet is enkel maar beschrijven wat er duidelijk gezien wordt wanneer er grote helderheid is. Er wordt simpelweg beschreven hoe het altijd al geweest is. Het is van het grootste belang zelf helderheid te cultiveren, het inzicht zelf te zien, het zelf te realiseren. Wanneer illusies sneuvelen wordt het bestaan niet in het minst zielloos of zinloos. Integendeel, dan komt het pas echt tot bloei. Dan pas wordt de echte zin van het bestaan duidelijk.

Deze tekst gewoon doorlezen zal geen fundamentele oplossing bieden (tenzij je al op het punt stond inzicht te realiseren). Hij is niets anders, en kan ook niets anders zijn, dan een wegbeschrijving – de reis zal je zelf moeten maken. Misschien ervaar je hem als een bron van inspiratie, als een uitnodiging – maar je zal er zelf op in moeten gaan. Zelfs al is er geen zelf. Maar laat je daar niet door weerhouden.