MONDO 2

Vraag 1: Ik spreek geen Frans of Nederlands, dus bedankt voor de vertaling uit het Duits.

Allereerst heel erg bedankt voor je onderricht Patrick, voor de moed om de dingen een beetje anders te doen. De vraag die ik wil stellen is: waarom nemen we het klein stukje brood niet tijdens de maaltijd? En waarom doen we de thee in de kom nadat we de kom hebben schoongemaakt?

Patrick Pargnien: Praktische vraag.

Vervolgens doen we de thee in de saladekom, gewoon op een pragmatische manier omdat we de kom net hebben schoongemaakt, en dan is het een keuze, of we delen omdat sommigen de traditionele functie van de maaltijdceremonie kennen. Maar je kunt het ook als afwaswater in de kom doen, omdat er geen specifieke Busho Kapila ceremonie is, is het niet per se het water dat je gebruikt om met de doden te delen. En het klein stukje brood dat voor de gaki is, de hongerige geesten (voor degenen die de gaki niet kennen), dat doen we niet omdat er geen recitatie is, geen specifieke ceremonie die voor de gaki wordt gedaan. Ga verder, ja.

Vraag 1: Wat ik zou willen vragen: voor mij persoonlijk is het delen van het brood een heel belangrijke praktijk, voor mij is het niet alleen een symbool of een mechanisch gebaar, voor mij is het een belangrijk deel van de Weg van de Boddhisattva: we nodigen de hongerige geesten uit, we delen voedsel met hen. En vooral tijdens een sesshin doen we dit samen, er zijn zoveel hongerige geesten, in ons en buiten ons. En persoonlijk vind ik dit gebaar echt heel belangrijk.

Patrick Pargnien: Ja, ik begrijp het goed. Ik begrijp het, maar tegelijkertijd heb ik de indruk dat je in hongerige geesten wezens ziet die niet eten.

Vraag 1: Het zijn wezens die lijden omdat ze nooit genoeg hebben.

Patrick Pargnien: Ja, maar in de traditie is de gaki de geest die nooit tevreden is: wat er ook gebeurt, hij is nooit tevreden. Dat wil zeggen, het symboliseert ook ontevredenheid, in jezelf, natuurlijk, en in vele wezens, er kan een oneindige ontevredenheid zijn. Met andere woorden, wat er ook gebeurt, het systeem is nooit tevreden. Dus de gaki is ook dit: welk voedsel je ook geeft aan een bepaalde innerlijke ruimte, het wordt nooit gevoed en daarom zijn we misschien niet verplicht om de gaki-geesten altijd te voeden. Maar ik begrijp wat je zegt, het is waar dat het een andere vorm is, maar ten diepste denk ik dat als het belangrijk voor je is, als het echt een realiteit is die een diepe betekenis voor je heeft, het niet nodig is om een klein stukje brood af te snijden en op een bord te leggen, om dat gebaar te laten bestaan, om de geest waarin je bent te laten bestaan. Ik begrijp dat het een vaardig middel kan zijn, en een vaardig middel is belangrijk op de Weg, op voorwaarde dat het een vaardig middel blijft en geen doel op zich wordt. En soms, als we niet voldoende waakzaam zijn, kristalliseert het geconditioneerde systeem zich rond het vaardige middel en wordt het vaardige middel een doel op zich. Dit vereist vaak grote aandacht, wat niet betekent dat je geen vaardige middelen zou mogen gebruiken, maar alleen dat je heel aandachtig moet zijn voor dit proces van het geconditioneerde systeem. Het geconditioneerde systeem is heel subtiel: het kan zich heel, heel subtiel bemoeien met vaardige middelen. Maar ik ben er echt van overtuigd dat je zonder het stuk brood kunt uitdrukken wat je voelt in de manier waarop je eet, in de afgemeten hoeveelheid die je in je kom doet, in de aandacht die je schenkt, in het gebaar, in de handeling van het eten, in de dankbaarheid die je voelt voor wat er in je kom ligt, en dit is misschien belangrijker dan een stuk brood op je bord leggen. Maar een stuk brood op je bord leggen is ook prima.

Vraag 1:

Het is iets dat een band schept in de Sangha, een herinnering tijdens de maaltijd. Dankjewel.

 


 

Vraag 2: Hoe kan ik, in een praktijk die me in zekere zin uitnodigt om zo weinig mogelijk te doen, de woede oplossen die in me opwelt? Een woede die zo diep zit dat zij zich hecht aan kleine dingen die er niet echt toe doen, en toch zal deze woede een nachtelijk ontwaken aangrijpen om me te kwellen, om me haar geweld op te leggen, en ik ben me ervan bewust, maar bewustzijn is niet genoeg.

Patrick Pargnien: De vraag is dus: hoe ermee omgaan? Woede is inderdaad een zeer krachtige emotie, en uiteindelijk is het de meest beangstigende emotie, omdat sommige woede-uitbarstingen vulkanisch kunnen zijn, en bovenal brengen ze ons in de situatie dat we de controle verliezen, en soms is dat interessant. Hiermee bedoel ik dat er bij woede de angst is om de controle te verliezen, en het gaat erom te zien wat deze angst zegt over het controlesysteem in onszelf, want in de almachtige controle van het geconditioneerde systeem is alles wat aan onze controle ontsnapt een gevaar. Wat betekent dat de gevoelde woede (ik zit niet in jou, dus weet ik niet wat voor woede er in jou leeft) maar dit controlesysteem gaat het toch uitvergroten, misschien is het niet zo krachtig als dat, de angst om de controle te verliezen vergroot de emotionele realiteit. Dus wat kun je doen? Wel, er is een vaardige manier, maar het is niet gemakkelijk, die erin bestaat dat gevoel dat in me zit te formuleren.  Wat betekent dat, bijvoorbeeld, als er woede is? De manier waarop je het zult formuleren is: ik ben boos. En vanaf het moment dat je tegen jezelf zegt ‘Ik ben boos’, identificeer je je met die boosheid, en dat impliceert ten diepste dat ik die boosheid ben, alsof dat alles is wat ik ben. Een handige manier (het betekent niet dat het een tovermiddel is) is dan het te herformuleren, te hernoemen, bijvoorbeeld als ik zeg ‘ik voel boosheid’, dan is er (h)erkenning van dit gevoel, van deze emotie, maar ik identificeer me er niet mee. Dat wil zeggen dat het een fenomeen is dat er is, maar in een bredere ruimte, als ik zeg ‘er zit boosheid in mij’. Ik denk dat als ik zeg ‘ik voel boosheid’, het meer aangepast is, maar het is geen tovermiddel, dus het betekent niet dat de boosheid zal oplossen. Maar het is een soort oefening in de diepe zin van het woord, een innerlijke oefening, om deze storing niet de hele ruimte te laten innemen. Desondanks is het natuurlijk moeilijk omdat woede een heel krachtige emotie is, maar ik denk dat het een heel vaardige manier is die heel belangrijk is, voor alle emoties uiteindelijk. Hiermee trek ik emoties niet in twijfel, we zijn gevoelige wezens en emoties gaan natuurlijk door ons heen, het vereist dat we de realiteit in onszelf kunnen herkennen en emoties niet als een obstakel ervaren. ‘Emotie’, het is interessant om op te merken dat het woord motion, in de Engelse terminologie, beweging betekent, met andere woorden ‘de geest die zichzelf in beweging zet’. Wat een belemmering is, is niet de emotie op zich, maar de identificatie die optreedt met die emotie; dus uiteindelijk zijn de twee richtingen: bij die realiteit zijn omdat je op dat moment geen andere realiteit hebt en je bewoording veranderen als je die boosheid voelt, zeggen ‘ik voel deze boosheid’, en herformuleren in de zin dat ‘ik ben niet enkel dat’. Misschien zul je met deze vaardige methode, als er minder angst is, in staat zijn om ze in je te laten leven, zul je deze emotie laten circuleren want het is het niet-circuleren dat spanning creëert. Maar dit vereist dat je je angst voor de kracht van deze emotie kalmeert.

Vraag 2: Dank je.