MONDO 1

Vraag 1: Mijn vraag is: bijna heel zijn leven heeft de Boeddha het concept van niet-zelf onderwezen, maar in zijn laatste jaren, vanaf zijn 80ste, begon hij Attadipa te onderwijzen: “een eiland in jezelf”.

Patrick Pargnien: Een eiland in jezelf, een toevluchtsoord?

Vraag 1: Ja, er zijn verschillende beelden, één van de beelden is dat je altijd alleen bent op een boot op zee en dat er alleen dit eiland is als toevluchtsoord. Dat is de context. De vraag in de moderne psychologie vandaag de dag, en vaak ook in allerlei vormen van leiderschapstraining, is dat dit het ego versterkt. Mijn vraag is: hoe is een niet-zelf een goed functionerend ego? Misschien merk ik door mijn eigen ervaring in de zen dat ik steeds minder gehecht raak en tegelijkertijd – het idee dat ik van mezelf heb is inderdaad een illusie – maar het werkt steeds beter.  Dus, wat is dit niet-zelf?

Patrick Pargnien: Ik wil zeker zijn dat ik de vraag goed begrepen heb: als je het hebt over moderne psychologie, training enzovoort, bedoel je dan dat dit het ego versterkt? 

Vraag 1: Vaak is het gericht op een beter functioneren van het ego…

Patrick Pargnien: Dat is echt een delicaat punt. Omdat spirituele beoefening er inderdaad toe kan leiden dat identiteit steeds beter gaat draaien, zou ik er vanuit een ander gezichtspunt licht op kunnen werpen: dat wil zeggen dat wat een paradox lijkt te zijn, is dat de psychologie en al het werk dat we ‘aan onszelf’ doen, er uiteindelijk op gericht is om het identiteitssysteem beter te laten werken, maar het is niet noodzakelijkerwijs tegengesteld aan het spirituele pad, in de zin dat een identiteit die soms een beetje te onevenwichtig is, deze spirituele opening niet kan toelaten. Tot slot kunnen sommige mensen die spiritueel geëngageerd zijn, er baat bij hebben om ook hun identiteitsstelsel op te schonen. Het is te zeggen, vanuit het gezichtspunt van spiritueel engagement dit werk aan onszelf zien als een reiniging. Want het is waar dat we veel praten over het ego en het niet-ego, en het ego is dus een illusie, maar het niet-ego is ook een illusie. Hiermee bedoel ik dat zodra we praten over ego en niet-ego, we oppositie en conflict creëren, we in feite dualiteit creëren. De Weg bevindt zich dus niet in die ruimte, het gaat niet om het bestrijden van het ego en het gaat niet om het zoeken naar niet-ego. Dat wil zeggen dat er uiteindelijk geen sprake kan zijn van een vrijwillige actie in verband hiermee. Voor mij verwijst jouw vraag altijd naar een andere vraag: wat brengt me op het spiritueel pad? Kan ik verbinding maken met de oorspronkelijke beweging in mij die mij op het spirituele pad trok? Want de grote vraag die zazen stelt als spirituele praktijk, en die de Boeddha stelt in de eerste edele waarheid, is of dit menselijk wezen, of dit wezen dat ik ben of dat ik niet ben, alleen maar de vrucht is van dit lichaam, van deze gewaarwordingen, deze percepties, deze mentale wil, is het alleen maar de vrucht van de geografie van waar het geboren is, de vrucht van de onderwijscultuur, van verlangens, afkeer, of is het uitgebreider dan dat? En deze vraag kan natuurlijk niet op een intelligente, rationele manier beantwoord worden. Deze vraag kan alleen in jezelf worden gesteld, het is de langere versie van “wie ben ik?”. Het kan dus geen kwestie zijn van ego/niet-ego dualiteit, want dat blijft een proces in stand houden van geloven dat we afgescheiden en verdeeld zijn. We zijn hierop geconditioneerd, onze hersenen zijn geconditioneerd op het feit van afgescheiden te zijn. Ego/niet-ego kan dus niet het pad naar realisatie zijn.

Om terug te komen op je vraag: wat is het niet-zelf?

Vraag 1: Wat is de relatie tussen ego en zelf?

Patrick Pargnien: De realiteit van ons bestaan is dat er een systeem van functioneren is dat een identiteit wordt genoemd, en dat het een manier van functioneren is in de wereld van manifestatie, en wat we het niet-zelf noemen, of wat we leegte zouden kunnen noemen, absolute realiteit, is een andere wijze van functioneren op zichzelf. Deze twee realiteiten zijn uiteindelijk dus niet gescheiden, maar de ene kan versmelten in de andere. Dat wil zeggen dat het bij dit functioneren niet zo is dat er geen identiteit meer is, maar het relationele functioneren speelt zich niet af in hetzelfde veld.

Vraag 1: Wat ik hoor is dat de relatie met onszelf, hoe we ons gedragen met de illusie die we van onszelf hebben, bepaalt hoe we ons kunnen verhouden tot anderen en tot het geheel?

Patrick Pargnien: Kan je dat herformuleren?

Vraag 1: Wat ik bedoel is dat de waarden waarnaar ik leef bepalen hoe ik leef en hoe ik me tot anderen verhoud. Als ik geen compassie heb voor mezelf, hoe kan ik dan compassie hebben voor anderen?

Patrick Pargnien: Ik begrijp het beter. Ja, in die zin dat we een realiteit kunnen stellen, dat in deze realiteit van niet-gescheidenheid, wij de wereld zijn. Dus, als wij de wereld zijn, wordt alles wat in zichzelf wordt omgezet, omgezet in de wereld.