Wat is zen? Het cultiveren van een open hart.

Een open hart staat voor belangeloze liefde, verbondenheid, vriendelijkheid en welwillendheid. Een open hart betekent ook mededogen: de energie die erop gericht is iedereen zonder onderscheid op een spontane manier te helpen. Vrijgevigheid is natuurlijk een belangrijk aspect hiervan, net als dankbaarheid. Het openen van het hart is het vertrekpunt, het pad, het doel en het hoogste ideaal in het boeddhisme en in de zen. Soms denken mensen dat boeddhisme gaat om een ontmenselijkte houding van afstand nemen, de wereld achter je laten, emotieloos zijn. Niets is minder waar. Wanneer het hart zich opent komen gevoelens vrijelijk op en lossen ze ook weer vrijelijk op.
Niemand is er dan nog de slaaf van; niemand het slachtoffer. Liefdevolle vriendelijkheid, vrijgevigheid, dankbaarheid en mededogen stromen onbelemmerd. Het is op dat moment dat we helemaal mens worden, mens met de anderen.

Met hart bedoelen we echter niet alleen het centrum van onze emoties. Het Japanse woord shin betekent niet enkel hart maar ook geest. Zen gaat niet alleen om het openen, bevrijden van onze gevoelens; ook ons denken, onze concepten laten we los. Ook de denkende geest opent zich. En tenslotte heeft hart (of shin) nog een ruimere betekenis van kern, essentie, dat wat we werkelijk zijn. Ons hele wezen, ons hele zijn leren we te openen.

Wat betekent het om ons hele wezen te openen? Ons hele wezen te bevrijden? Het betekent dat we op niets blijven hangen, nergens op blijven steken. Wanneer we op emoties, gedachten, herinneringen of op het lichaam blijven steken klampen we ons daaraan vast en ontstaat er zo stroefheid, gevangenschap, lijden. Wanneer we nergens aan vasthangen, ons nergens mee identificeren, zijn we weer in harmonie met het altijd stromende bestaan. Dan zijn we het altijd stromende bestaan. Dan zien we helder dat we nooit iets anders geweest zijn, en staan we weer in direct contact met onze diepe aard die vrede, vreugde en geluk is. De vrede, de vreugde en het geluk die inherent zijn aan het bestaan, onafhankelijk van omstandigheden.

Daarom zullen we in zazen voortdurend terugkomen naar de open, altijd vrij stromende bron van ons bestaan; wat we noemen onze ware natuur. Deze ware natuur, of verlichte natuur, boeddhanatuur IS het open hart. We houden op wat dan ook te doen en we laten ons in totale overgave vallen in zijn. We geven ons helemaal over aan de zoheid van het hier en nu. Op die manier stappen we uit elk verhaal en landen we in de realiteit van het moment.

Wanneer het hart zich opent, wanneer de oorspronkelijke weidsheid ervan zich manifesteert, is het niet mijn hart dat zich opent. Het zijn wel mijn fixaties, mijn starheid, mijn vastklampen die zich oplossen, zou je kunnen zeggen. Het open hart dat in alle stralendheid overblijft is van iedereen. Het is de bron van alle verschijnselen, van alle mensen. De bron waaruit alles voortkomt, die alles draagt, waarnaar alles terugkeert.

De overgave aan zazen, simpelweg aanwezig zijn, bewust zijn hier en nu is zo verhelderend en bevrijdend omdat het geen overgave is aan iets: noch aan een religie, noch aan een gemeenschap of aan een goeroe. Het is een overgave aan dat wat we altijd al waren. Aan dat wat altijd hier en nu is.

Daarom is zazen beoefenen als thuiskomen. Thuiskomen in ons eigen huis dat we sinds eindeloze tijden verlaten hadden, op zoek naar dat wat we meenden kwijt te zijn. Wanneer zazen echt zazen wordt zal het hart zich openen en zal de oorspronkelijke verlichting stralen in de tien richtingen zodat geen enkel deel van ons leven in het duister blijft. Dat is wat ik iedereen toewens.


Luc De Winter, Ho Sen Dojo, 20 november 2017
© 2017 Luc De Winter