Misverstanden

Een groot deel van het spirituele onderricht bestaat uit het verhelderen van misverstanden. Ik zou zelfs durven stellen dat spiritueel onderricht uit niets anders bestaat dan het verhelderen van misverstanden! Misverstanden over wie of wat we werkelijk zijn, over hoe het bestaan in elkaar zit, over geluk en zingeving. Bovendien is het zo dat bij het ophelderen van misverstanden (of illusies, zoals ze in het boeddhisme worden genoemd) dikwijls andere misverstanden ontstaan. Waarom? Omdat de denkende geest heel sterk de neiging heeft om door te draven, van het ene uiterste in het andere te vallen, allerlei constructies te bedenken, zich daaraan te gaan hechten, en die bovendien ook nog eens te gaan geloven. Dat is één van de redenen waarom men in alle mogelijke tradities voortdurend benadrukt dat je direct en regelmatig contact met een leraar nodig hebt.

Egoïsme laten varen…

Hier zou ik het over één belangrijk kluwen van misverstanden willen hebben. Alle spirituele tradities hebben gemeen dat ze het ik-gevoel in vraag stellen of relativeren. In de expliciet nonduale scholen als boeddhisme en advaita benadrukt men dat een mens geen wezenlijk, permanent, afgescheiden zelf heeft. In de religies die spreken over een God buiten ons, en in hun onderricht uitgaan van het herkenbare gevoel dat ik werkelijk een apart wezen met een eigen wil ben, wordt er gesteld dat “de mens wikt maar God beschikt” en “niet mijn, maar Uw wil geschiede”. In al deze tradities wordt er opgeroepen om egoïstisch gedrag te laten varen.

…is geen zelfverwaarlozing!

Voor de denkende geest die de neiging heeft om het ene concept door het tegengestelde te vervangen is dit koren op de molen. In het christendom werd de bevrijdende boodschap van Christus, “heb je naaste lief als jezelf” (Marcus 12.31) soms wel geïnterpreteerd als “wees goed voor een ander in plaats van voor jezelf”. In combinatie met het cultiveren van schuldgevoelens leidde dat tot boetedoening en zelfhaat; het gebeurde ook dat, in een inspanning om goed te zijn voor de anderen, men die anderen ging helpen om hun eigen zelfhaat te ontwikkelen… dit gaat natuurlijk in tegen het oorspronkelijke onderricht dat alle mensen kinderen zijn van God.

Begrijp deze woorden niet als een kritiek op het christendom, want een heel gelijkaardig misverstand duikt in alle tradities op. In de scholen waar gewezen wordt op de ongescheiden bestaansgrond, worden we uitgenodigd om alles wat we als “ik” beschouwden, helder te observeren en zien dat er in wezen geen apart “ik” is. Het gaat dus om het doorzien van een illusie. De denkende geest gaat in vele gevallen onmiddellijk aan de slag hiermee, en vervangt de blijkbaar foute gedachte van “ik” door een nieuwe gedachte, nog altijd een beperkt concept bijgevolg, van “niet-ik”, waar hij dan allerlei fantasieën aan vastknoopt. Afhankelijk van de kern waar zo’n fantasie op groeit, als een parel rond een zandkorrel, komen we tot verschillende, maar gelijkaardige misverstanden. We zullen er een aantal in detail bekijken.

Een misverstand gebaseerd op een laag of negatief zelfbeeld

Het zou wel eens kunnen dat een laag of negatief zelfbeeld één van de kwalen van onze tijd is. Veel mensen zitten vast in deels bewuste, deels onbewuste gevoelens van “ik ben niet genoeg zoals ik ben”, “ik ben niet goed genoeg”, “ik kan het niet”, “ik ben slecht” enzovoort. Soms is dat voor een buitenstaander direct merkbaar; in andere gevallen worden deze gevoelens gecompenseerd door een extra schild van dikdoenerigheid, bluf, overdreven ik-gerichtheid. We kennen allemaal wel mensen die, vanuit een overweldigende innerlijke onzekerheid,  krampachtig hun best doen om zich te manifesteren. En zelfs als het niet heel uitgesproken is, hebben veel van ons toch minstens een paar punten waarop ze zich minderwaardig voelen.

Wanneer iemand die in dergelijke gevoelens verblijft het onderricht hoort van geen-zelf, kan die dat verkeerdelijk gaan opvatten als “zie je wel, ik ben niet alleen minderwaardig, ik besta zelfs niet echt”. Met andere woorden, een spiritueel onderricht, dat op iedereen slaat, wordt dan geïnterpreteerd als een persoonlijk, psychologisch inzicht, dat de bestaande problematiek alleen maar versterkt. Dat is niet waar het om gaat, integendeel. Wat in dit geval nodig is, is een therapeutisch werk, om de minderwaardigheidsgevoelens te erkennen en vervolgens te helen. Om met een open, vriendelijke, liefdevolle blik naar jezelf als persoon te leren kijken. Dan kan je tegelijkertijd zien, vanuit je spirituele beoefening, hoe die persoon geen substantie heeft, maar dat is een heel ander niveau.

Een misverstand gebaseerd op een gebrek aan contact met emoties en verlangens

Veel mensen hebben geen of onvoldoende contact met hun gevoelens en/of verlangens. Meestal werden die op jonge leeftijd verdrongen als onaanvaardbaar, omdat de ouders of de situatie ze niet leken toe te laten bijvoorbeeld. Als ze naar binnen kijken, ervaren ze een zekere leegte. Wanneer ze nu in contact komen met het onderricht van geen-zelf, voelen ze zich bevestigd. Wanneer ze horen van het begrip “leegte” menen ze dat begrepen te hebben maar dat is natuurlijk niet zo. Wanneer ze horen over “je emoties laten voorbijgaan, je er niet aan hechten” denken ze helemaal mee te zijn. Wanneer ze horen over het loslaten van verlangens, denken ze dat ze dat al gerealiseerd hebben. Dit is ronduit afschuwelijk, niet voor hen alleen, maar ook voor hun omgeving: want ze zullen hun manier van zijn vervolgens als model opdringen aan anderen. In een geïnstitutionaliseerde religie, van welke strekking dan ook, vind je altijd een zeker percentage van mensen die in deze val gelopen zijn. Ze doen het, op afstand gezien, misschien zeer goed, en klimmen gemakkelijk op in een hiërarchie. Het is heel moeilijk om ze dan nog te helpen, want het onder ogen zien van hun verdrongen gevoelens en/of verlangens zien ze als een stap achteruit!

Ook hier is het dus belangrijk om je “menselijke kant”, je emoties en verlangens toe te laten en onder ogen te zien. Pas dan kan je ze laten voorbijgaan, ze loslaten. Pas dan hou je op, er de gevangene van te zijn. De grote boosdoener in dit proces is strengheid: “ik ben spiritueel bezig, dus ik moet boven emoties en verlangens staan”. Dan versterkt je zogenaamde spirituele beoefening gewoon de patronen die misschien in je jeugd zijn ontstaan, en die je je hele leven al hebben gehinderd om vrij te zijn. De remedie voor strengheid is opnieuw: zachtheid, liefde, verdraagzaamheid – voor jezelf.

Het misverstand van de “spirituele omzeiling”

Hier heb ik het al dikwijls over gehad, maar het is belangrijk om dit uiterst gevaarlijke misverstand ook in dit verband nog eens te vernoemen. ”Ja ik heb een slecht karakter, ben egoïstisch, maar ik ben in wezen die persoon niet, dus is er geen probleem” of “ja ik ben ongelukkig, maar er is gewoon een ongelukkig gevoel, en in wezen is er niet iemand die ongelukkig is, dus is er geen probleem”. Vreemd genoeg zien mensen die zo redeneren niet in dat ze weinig consequent zijn in hun handelen. Want als ze een briefje van 100 euro op straat zouden vinden, zouden ze het waarschijnlijk wel oprapen, en niet zeggen “ik laat het liggen, want er is in wezen niemand die het zou oprapen en uitgeven.”

Deze vermenging van niveau’s, die ook weer sinds de vroegste tijden in alle tradities voorkomt, wijst op onvoldoende rijpheid, op een beperkt inzicht en op het onvermogen het relatieve en absolute niveau te integreren. Wat is er nodig? Zachtheid en liefde voor jezelf. Want zelfs al is dat zelf maar een tijdelijk verschijnsel zonder substantie, dan nog heeft dat verschijnsel op zijn niveau behoefte aan warmte en mededogen.

Een misverstand over onthechting leidt tot verwaarlozing van het lichaam

Het is waar dat elke spirituele beoefening ons vroeg of laat uitnodigt om gehechtheid aan fysiek comfort los te laten. Onze reacties zijn erop gericht het lichaam zoveel mogelijk comfort te bieden, en dat mechanisme regelmatig eens loslaten en observeren is bijzonder verhelderend. Maar het lichaam voortdurend elk comfort onthouden is niet alleen naast de kwestie maar ook schadelijk. Het is niet voor niets dat de historische Boeddha na zeven jaren ascese dit pad verliet om terug normaal te gaan eten, drinken en bewegen. Wees dus niet gehecht aan lichamelijk comfort, maar verval ook niet in het tegendeel, gehechtheid aan ascese of zelfpijniging. Luister naar de behoeftes van het lichaam. Het is van het grootste belang ook te beseffen dat de grenzen hiervan heel individueel zijn. Wat voor sommigen bijvoorbeeld een lekker weertje is, is voor mijn lichaam een nauwelijks te verdragen slopende hitte die een normaal functioneren onmogelijk maakt. Het is heel goed om dat van tijd tot tijd eens te ervaren, maar niet nodig het te gaan opzoeken.

Hou dus ook van het lichaam. Luister naar zijn noden. Verzorg het, ga er liefdevol mee om.

Van jezelf houden om geen reden

Samengevat: verwar het diepe spirituele onderricht over zelfloosheid niet met zelfhaat, geestelijke of lichamelijke zelfverwaarlozing. Hou oprecht van jezelf, van alle aspecten van jezelf, zelfs als je ziet dat je al die aspecten op een meer wezenlijk niveau niet bent of er in ieder geval niet toe beperkt bent. Zorg vanuit die liefde ook voor jezelf, voor al die aspecten van jezelf. Als het niet lukt om van jezelf te houden, werk daar dan aan. Dat is van het allergrootste belang.

Je kan alleen een authentiek spiritueel pad gaan als je echt van jezelf houdt.

Je kan alleen waarlijk van anderen houden als je ook van jezelf houdt, jezelf compleet voelt, anders ga je verwachten dat die anderen voor jou een leemte opvullen in jezelf, en die verwachting is geen liefde maar gehechtheid.

Je kan alleen ten volle gelukkig zijn als je diep van jezelf houdt. Van jezelf houden doe je niet omdat je perfect bent, hou gewoon van je kleine kantjes evengoed. Ik heb het natuurlijk niet over narcisme, een ziekelijke gehechtheid aan zelfbewondering. Ware liefde is heel gezond, heel simpel- of ze nu voor jezelf is, of voor een ander. Ze is niet grijpend, maar open. Niet beperkend, maar ondersteunend. Dikwijls zitten we in ons hoofd met het beeld van de impulsieve, romantische verliefdheid, die ons in romans, films en liedjes wordt voorgespiegeld.  Dat is een vorm van grijpende waanzin, een bewustzijnsvernauwing die een biologische functie heeft in het vormen van koppels. Liefde is oneindig veel groter dan dat.

Het water draagt de golven, zonder ze te grijpen, zonder ze weg te duwen, en het is er compleet intiem mee. Dat is liefde. De golf beantwoordt die liefde tegelijkertijd, alleen vergeet ze dat op de momenten waarop ze opgaat in haar golf-verhaal. Het water rust in zichzelf. Dat is liefde. Het spel waarbij de golven elkaar achterna zitten is toneel, een verhaal van goed en slecht, liefde en haat. Maar ook dat verhaal is een uiting van diezelfde liefde. En er is nooit echt een gescheidenheid tussen golf en water, het ene ongescheidene is liefde.

Hoewel ik allerlei redenen opnoemde waarom het goed is om van jezelf te houden, is de beste reden om van jezelf te houden, en ook van de anderen: geen reden. Zelfs als er fundamenteel niet iemand is die van zichzelf houdt, is het het ongescheiden bestaan dat zonder enig oordeel, zonder enige reserve rust in de liefde voor zichzelf. Met andere woorden: als je oprecht van jezelf houdt, precies zoals je bent, zal je niet alleen ook van de anderen houden, nee, dan realiseer je al onmiddellijk de meest fundamentele natuur van het bestaan.


© Luc De Winter 2018