Inleiding

Het is pas na enige aarzeling dat ik deze tekst laat publiceren, en wel om verschillende redenen. Ten eerste is het een opsomming van een aantal moeilijkheden die zich tijdens de beoefening van zazen voordoen, vooral bij het begin ervan. Dat zou ertoe kunnen leiden dat mensen die aanvankelijk wel geïnteresseerd waren om zen te beoefenen,  daarvan zouden afzien. De denkende geest heeft immers het vermogen en vooral de gewoonte om zich toekomstige hindernissen allemaal tegelijk voor te stellen zodat ze als een onoverkomelijke muur lijken te zijn. In werkelijkheid echter komen ze allemaal een voor een op, zodat we ze ook een voor een tegemoet treden, en ze helemaal niet zo’n probleem hoeven te zijn. Integendeel: het is precies het ervaren en overstijgen van deze hindernissen waar het spirituele pad om draait. Elk van hen vertegenwoordigt een aspect van het individu dat vastzit op een bepaald concept, met andere woorden: het beleven en overstijgen (ik gebruik niet graag het woord overwinnen hier) ervan is juist wat zenbeoefening IS.  Anders gezegd: vanuit het standpunt van de gevorderde beoefenaar zijn er geen hindernissen, niet omdat ze in het niets opgelost zijn, maar omdat ze niet meer als hindernis ervaren worden.

De tweede reden die me deed aarzelen is dat de tekst zou kunnen opgevat worden als een handleiding om alleen, zonder leraar, deze weg te begaan. Het is mijn plicht om nog maar eens te herhalen dat dat noch wenselijk, noch verantwoord is. Geen enkele tekst kan het regelmatige contact met een leraar vervangen. Deze pagina’s zijn dus gedacht als aanvulling  op een persoonlijke begeleiding.

De meest voorkomende verschijnselen die tijdens zazen kunnen optreden en ervaren worden als hindernissen zijn volgens mij:  fysiek ongemak, geestelijke opwinding, slaperigheid, verveling en het opkomen van onaangename emoties. Daarnaast zijn er allerlei opvattingen waar we ons aan kunnen hechten en die de beoefening moeilijker maken. Maar natuurlijk is dit lijstje niet compleet: ieder legt een andere weg af, met zijn eigen hindernissen; ook dat is weer een belangrijke reden om ervoor te zorgen dat je een goede begeleiding hebt. Zo kan je jezelf vele jaren van zoeken besparen.

Alhoewel een precieze scheidingslijn niet echt te trekken is,  maak ik een onderscheid tussen hindernissen en valkuilen. Terwijl hindernissen de beoefening bemoeilijken (of toch die indruk geven) en ons zo kunnen ontmoedigen,  zijn valkuilen gevaarlijker: ze zorgen ervoor dat onze beoefening vastloopt, op een dwaalspoor geraakt, of gewoonweg ophoudt. Deze valkuilen zal ik in een volgende tekst bespreken.