Hoe kunnen we zen formuleren op een hedendaagse, universele manier? Je zal evenveel antwoorden krijgen als er leraren zijn. De “vier gesprekken over zen” waaruit dit boek bestaat zijn mijn poging om deze vraag te beantwoorden. Het zenonderricht dat ik sinds jaren geef bleek meer en meer een samenhang te vertonen maar was enkel beschikbaar in de vorm van losse teksten, gesprekken, workshops … Er is vraag naar een overzicht waarin de overkoepelende logica verduidelijkt werd. Dit boek is ontstaan uit de diepgevoelde nood om alles nog eens op een rijtje te zetten.
De gesprekken zijn in de eerste plaats bedoeld voor mijn studenten. Ze ondersteunen hen in de zenbeoefening zoals ik die onderwijs. Maar ook voor andere geïnteresseerden zijn ze misschien nuttig.
Dit boek is dus geen kennismaking met zen. Wil je meer weten over zen, dan doe je dat best door zazen – dat is zenmeditatie – zelf te beleven. Stop dan met lezen en zoek een ervaren leraar met een open geest. Alles vertrekt vanuit zazen.
Natuurlijk kan iedereen inspiratie opdoen uit deze gesprekken over zen. Wanneer ze je ertoe brengen om echt in actie te komen en een waarachtige zen te beoefenen, kan ik dat alleen maar toejuichen. Net zoals iemand die bij het lezen van een boek, geschreven door en voor diepzeeduikers, zin krijgt om zelf de levende ervaring van het diepzeeduiken mee te maken. Want het gaat om de levende ervaring. Zen mikt niet op rationeel begrip. Zen is diep in jezelf duiken en daar onvermoede schatten ontdekken. Diep en helder zien op welke manieren je je bestaan fundamenteel beperkt. Thuiskomen in wat je altijd al geweest bent. Op elk moment van je leven de ongescheidenheid realiseren.
Hoe waardevol formuleringen ook mogen zijn, ze zijn slechts wegwijzers die je kunnen helpen om hier en nu wakker te worden, écht wakker. Echt vrij. Maar hoe leg je uit wat bevrijding is aan iemand die niet beseft dat hij/zij gevangenzit?
Dat kan alleen maar wanneer die persoon ergens een stemmetje hoort – hoe zwak ook. Een stemmetje dat in vraag stelt of zij/hij haar/zijn leven wel ten volle leidt. Een stemmetje dat voorzichtig suggereert dat er de mogelijkheid is, het bestaan in een weidser perspectief te zien. Dat we misschien gelukkig kunnen zijn. Niet door de omstandigheden van ons leven te manipuleren tot we hebben wat we wensen, maar door het hele bestaan te omarmen zoals het is en te landen in het ware geluk. Het werkelijke geluk dat niet afhankelijk is van omstandigheden, maar inherent aan het bestaan zelf.
Iemand vroeg me: “Als zen gaat over een bewustwording voorbij woorden, waarom spreek en schrijf je dan zoveel?” Dat is een oude paradox. Kodo Sawaki bijvoorbeeld, een van de belangrijkste twintigste-eeuwse zenleraars, zei onophoudelijk “zen is zazen!” – maar hij had altijd koffers vol boeken bij. De juiste woorden zijn die woorden die voorbij de woorden wijzen.
Wij mensen verblijven sowieso toch veel in het denken. Dan kunnen we maar beter verblijven in een denken dat in verbinding staat met de werkelijkheid van ons bestaan. Een denken dat geen op hol geslagen opeenstapeling van illusies is. Ik meen ook dat we de denkende geest tot op zekere hoogte met woorden kunnen en moeten overtuigen en geruststellen, zodat deze gemakkelijker bereid is zich over te geven. Als het verstand gaat dwarsliggen zitten we vast. Zo denk ik en weet ik dat denken en weten buitengewoon beperkte hulpmiddeltjes zijn. Ze zijn slechts voor een aantal simpele toepassingen nuttig. Dat diep beseffen maakt het veel gemakkelijker om in vertrouwen tot overgave te komen en de grote vragen van het leven niet langer verstandelijk te willen oplossen. Je zal ze ontvragen door er middenin te gaan staan en te merken dat je altijd al het antwoord was.
Het is waar dat de materie soms best moeilijk is, zeker als je niet met het onderwerp vertrouwd bent. Nog harder nadenken, extra concepten ontwikkelen en op elkaar stapelen tot een filosofisch bouwwerk, is niet de bedoeling. Het gaat erom dat je alles wat je leest voortdurend toetst aan je directe ervaring hier en nu. Aan wat ik benoem als “de levende stroom van zijn”.
Alhoewel onze weg start en eindeloos doorgaat met de praktijk van zazen heb ik met de gesprekken toch een andere volgorde genomen. Deze tekst wil (ondanks zijn quasi improvisatorische vorm) een onderliggend logisch plan zijn om te raadplegen, en geen chronologische reeks instructies voor de beoefening. In het eerste gesprek worden een aantal termen verklaard die we gebruiken om te spreken over de fundamentele ongescheidenheid van het bestaan. Vervolgens biedt het een beknopt overzicht van verschillende tradities; het tracht ook een aantal hardnekkige misverstanden op te lossen. Het tweede gesprek gaat over het realiseren van deze fundamentele ongescheidenheid: wat we traditioneel ontwaken of verlichting noemen. Het derde gesprek behandelt heel concreet de cultivering van dit ontwaken, met andere woorden de beoefening van zen. In het vierde gesprek tenslotte hebben we het over de omgang met de anderen: ethiek. Daarmee bedoel ik zeker niet dat ethisch gedrag iets “voor op het laatste” is. Onze manier van omgaan met anderen is evenzeer als de formele zazenbeoefening begin, midden én einde van het pad van zen.
Luc De Winter, Ho Sen Dojo, 21 maart 2018.