Een hotdog voor de Dalai Lama
De Dalai Lama staat in de rij voor een hotdogkraam. Hij wacht geduldig tot het zijn beurt is. De hotdogverkoper vraagt: “wil je er één met mosterd, of één met zuurkool?” De Dalai Lama antwoordt: “Voor mij graag één met alles, alstublieft”.
Het is ondertussen een belegen grap geworden. De Dalai Lama als vertegenwoordiger van het boeddhisme; en het boeddhisme dat wordt samengevat als “één met alles”. Is dat laatste juist? Of is het “één met alles”-verhaal gewoon een zoveelste feelgood slogan die eerder thuishoort in allerlei softerige new age boeken? Soms reageren mensen wel eens geïrriteerd op dit zinnetje omdat ze er een escapistische ontkenning van de werkelijkheid in zien. Want ik ben toch ik en jij bent toch jij? En dat is toch een stoel, en dat een tafel? En mijn bankrekening is toch de jouwe niet? Voor volwassen mensen is dat toch duidelijk? Waar gaat het anders naar toe?
Naar de essentie
En toch leidt het zinnetje “één met alles” ons naar de essentie van het boeddhisme – en van een hele resem andere mystieke tradities en scholen. Op voorwaarde dat je het juist gebruikt. Natuurlijk onderscheidt ons verstand een ik tegenover een wereld, een wereld waarin het vervolgens nog eens een enorme veelheid aan schijnbaar op zichzelf bestaande dingen en verschijnselen onderscheidt. Het verstandelijke denken IS een instrument om onderscheid te maken. Dat hebben we meestal niet door: we gaan ervan uit dat dat ik en die wereld echt twee van elkaar losstaande gegevens zijn, waaraan het verstand een naam gegeven heeft. We beseffen niet dat er enkel één ongescheiden bestaan is, waarin het verstand lijntjes trekt. Wanneer we helder kijken in de kern van ons wezen, voorbij het denken, ervaren we onmiddellijk dat datgene wat we werkelijk zijn van niets gescheiden is. Dat gevoel van apart te bestaan, van een ikje in een universum, was gewoon een illusie.
Noch dit noch dat…
Zo gauw we echter het woord “eenheid” of het zinnetje “één met alles” uitspreken wordt het verstand gevoed met een nieuw concept: eenheid. Het zal dat dan zien als het tegenovergestelde van veelheid en zo belanden we direct weer in de wereld van het onderscheid, op het niveau van de tegenstellingen. Dat is de reden waarom we liever spreken over de realisatie dat er geen gescheidenheid is, geen apart bestaan. Zo wijzen we erop dat alle ideeën over gescheidenheid relatief en beperkt zijn, een praktisch hulpmiddel dat geen enkele fundamentele werkelijkheid heeft. Op deze manier wordt dat wat overblijft na het doorprikken van het denken niet van een etiket voorzien; er wordt naar verwezen door te ontkennen wat het niet is. Dat is de klassieke weg van de via negativa, de negatieve weg, die erin bestaat alle illusies over het bestaan te ontmaskeren. Uiteindelijk blijft datgene over dat er altijd al was. Het was enkel maar aan het zicht onttrokken door de verstandelijke concepten.