Grenzeloosheid is vrij van ouderdom en dood en vrij van de opheffing van ouderdom en dood. Ze is vrij van lijden, oorzaak, ophouden en Pad en vrij van wijsheid en verworvenheid. Vrij van verworvenheid, verblijven zij die iedereen helpen ontwaken in het realiseren van de wijsheid voorbij wijsheid en leven ze met een onbelemmerde geest. Zonder belemmering heeft de geest geen angst. Vrij van verwarring, belichamen zij die iedereen naar de bevrijding leiden volmaakte sereniteit. Al die, in het verleden, heden en toekomst, de wijsheid voorbij wijsheid realiseren openbaren onovertroffen, authentiek en diepgaand ontwaken. – De Hartsoetra –
Hoe onderricht je deze soetra aan anderen? Door niet te grijpen naar vormen, en te verblijven in  het zo-zijn zoals het is. Waarom? Alle geschapen dingen zijn als dromen, illusies, luchtbellen, schaduwen, als dauw en als de bliksem- zo moeten ze bekeken worden. – De Diamantsoetra –
Row, row, row your boat gently down the stream. Merrily, merrily, merrily merrily, life is but a dream. – Amerikaans kinderliedje –

 

1. Over verlichting, geluk, en wie of wat we werkelijk zijn

 

Ons gesprek van vorige week is behoorlijk blijven nazinderen!

Ik hoop dat dat ook geldt voor de oorverdovende stilte!

Ja, toch wel ja. Ik denk dat er op één of andere manier toch iets is doorgedrongen…

(Zwijgt)…

Maar?

Wel, we hebben het gehad over de ongescheidenheid van het bestaan, maar ik heb het gevoel dat ons vorig gesprek nog maar een soort inleiding was. Want het gaat er toch om dat we dat ook echt beleven, niet?

Zeker. 

Kunnen we het daarover dan hebben vandaag? Over het echt beleven van ongescheidenheid?

Dat is natuurlijk een probleem… want het echt beleven overstijgt alle woorden. Dat doen we in zazen, en, naarmate onze beoefening meer en meer rijpt, op alle momenten van ons leven. Maar paradoxaal genoeg is er toch wel wat zinnigs te vertellen hierover. Goed, laat ons spreken over het ontwaken!

En daarmee bedoel je…

In de zen en in het boeddhisme betekent verlichting of ontwaken:
het ontmaskeren van de illusies die we hebben over de fundamenten van ons bestaan.
Die illusies zijn hardnekkig en moeilijk te corrigeren omdat ze al lang in ons systeem zitten.
Daarom zorgen ze voor ernstige problemen.

Dat klinkt nogal prozaïsch … ik dacht dat verlichting ging over het contact met een hogere werkelijkheid, of over het bereiken van een extatische toestand, niet gewoon over het doorprikken van illusies …

Als mijn antwoord je teleurstelt is het omdat je de draagwijdte van de illusies niet beseft. We hebben het vorige keer uitgebreid gehad over de illusies van gescheidenheid, maar je hebt nog geen idee in welke mate deze je echt gevangen houden. Daarom onderschat je ook de bevrijding die zich realiseert wanneer die illusies ophouden je leven te bepalen. Verlichting gaat niet over iets verwerven maar over iets verliezen. Het gaat erom, door inzicht een denkbeeld los te laten dat je leven moeizaam en ongelukkig maakt.

Maar wat win je dan door verlichting?

Verlichting gaat niet over iets winnen. Het idee dat je iets nieuws moet verkrijgen om gelukkig te worden, is een mooi voorbeeld van de illusies waar ik het zojuist over had. Je hebt niets buiten jezelf nodig om gelukkig te zijn.

Je wordt gelukkiger?

Zeker.

Dan verkrijg je toch iets?

Laat ons zeggen dat het inherente geluk dat er al is zich gaat manifesteren. Waarom? Omdat datgene wat het geluk verhinderde om zich te tonen, om werkelijk te stralen, wordt losgelaten.

Maar er is toch iets hoger dan onszelf?

Ik begrijp waarom je het zo zegt maar ik zal het wat anders formuleren. Uit je vraag blijkt dat je je “zelf” als iets beperkts ziet. Misschien vergis je je daar wel in. Ons “zelf” zoals we het gewoonlijk zien, namelijk die verzameling van lichamelijke en karakteriële eigenschappen en herinneringen, is beperkt, ja. Maar is dat beperkte kleine zelf wel echt wat we zijn? Zoals we het in de zen noemen: onze ware natuur? Het is juist het zien, het ontdekken van deze ware natuur dat we verlichting noemen.

Dan is dat ware zelf toch meer, beter, hoger, dan het kleine zelf? En dat moeten we dus proberen te bereiken?

De ware natuur – of grote zelf, als je wil – moet je niet proberen te bereiken. Die is er al, dat bén je al. Wat je kan doen, is je bevrijden van de illusies dat je die niet bent, dat je ervan bent gescheiden.

Vergelijk het met iemand die al zijn/haar hele leven rondloopt met een zwaar gewicht op de rug zonder zich daar bewust van te zijn. H/zij heeft ergens wel het gevoel dat er iets niet juist zit maar vergist zich in de oplossing. H/zij meent iets te moeten toevoegen, iets te moeten vinden, en kijkt overal rond op zoek naar iets dat dit onaangename gevoel kan compenseren. In werkelijkheid heeft h/zij iets teveel, iets dat h/zij als een parasiet met zich meedraagt. Het is precies dat zelfbeeld, dat beperkte beeld van het menselijke bestaan, dat het gewicht is, de illusie die doorprikt moet worden…

Ik weet het, je hebt het al eens uitgelegd, maar ik begrijp blijkbaar toch nog niet goed wat die illusies dan precies zijn. Het is alsof het niet echt doordringt…

Het gewicht dat een mens meezeult, is het gevoel van een wezenlijk apart zelf te zijn, of te hebben. Dat is wat ons leven moeilijk maakt. Anders gezegd: de fundamentele illusie die een waar geluk in de weg staat is de illusie van gescheidenheid. Die uit zich in de eerste plaats als het gevoel dat ik een afgescheiden individu ben dat tegenover een buitenwereld staat; een buitenwereld die bestaat uit een veelheid aan verschijnselen, en die natuurlijk ook andere individuen omvat. Vervolgens meent dat virtuele individu dan dat het van alles nodig heeft, van alles moet bereiken of verwerven om compleet en gelukkig te zijn. Zo stapelen de illusies zich op!

Ok, het is zeker waar dat ik soms ga shoppen om een innerlijk gevoel van leegte te vullen, en dat dat geen echte oplossing is… maar als dit lichaam gedehydrateerd geraakt, dan krijgt het dorst en moet het drinken! Dat is toch een reële nood? Dat is toch geen illusie?

Het verschil tussen ingebeelde en reële behoeftes (die zeker niet alleen materieel zijn!) gaan we later nog uitgebreid bespreken. Het onderscheid dat je maakt is inderdaad belangrijk! Maar wil je een leven leiden dat bij elk opkomend dorstgevoel overschaduwd wordt door een gevoel van lijden, om dan pas weer gelukkig te zijn wanneer je kan drinken? Of wil je het vermogen terugvinden om onaangename gewaarwordingen zoals dorst te ervaren zonder er maar in het minst ongelukkig van te worden? Waar ik op wijs is dat we niet verplicht zijn een speelbal te worden van de voortdurend veranderlijke omstandigheden.

Waar zit dan het verschil?

Wanneer ik dorst ervaar, is er gewoon dorst, en dat is een signaal dat aanzet tot drinken. Zo gauw het mogelijk is, zal ik drinken. Maar in tussentijd is er dorst. In zekere zin is dorst onaangenaam en drinken aangenaam, dat is waar. Maar die onaangename gewaarwording betekent geen verstoring van mijn geluk!

Waarom niet?

Omdat er geen illusie wordt onderhouden dat “ik dorst heb” en “ik een onaangenaam gevoel heb” en daarom “ik slachtoffer ben” en “ik lijd”. Er is een vrij opkomen van onaangenaamheid, en daarna van aangenaamheid. Beide gewaarwordingen komen op en verdwijnen terug in een open ruimte van gewaarzijn, als golven op de oceaan. Beide zijn het bestaan zoals het zich hier en nu voordoet. Dat is wat “ik” ben.

En bij ergere ongemakken dan dorst?

Zolang er voldoende helderheid is, blijft dat zo. Wanneer de illusies sterker worden ontstaat er mogelijk toch de neiging om mee te gaan in een gevoel van “ik”. Het is waar dat vooral grote emotionele pijn gemakkelijk leidt tot een vicieuze cirkel van identificatie en lijden. Dat zijn dan momenten die een grote uitdaging vormen voor onze realisatie.

Betekent dat nu dat je anderen pijn mag doen of benadelen?

Helemaal niet! Integendeel! In het boeddhisme houdt men niet op te benadrukken dat het ontwaken juist leidt tot fundamenteel mededogen en vrijgevigheid! Waarom zou je dat trouwens willen doen, tenzij vanuit de illusie dat ze van jou gescheiden zijn, en dat ze iets hebben dat jij, als afgescheiden individu, wil? Of vanuit de illusie dat hun pijn niet de jouwe is?

Maar ik voel jouw pijn toch niet…

Voelt je rechterhand de pijn van je linkerhand?

Nee.

En toch doet ze die geen pijn, maar verzorgt ze die wanneer nodig. En toch zal ze niets wat de rechterhand vasthoudt, zomaar van haar afnemen uit hebzucht…

(Lacht) Ik mag het hopen!

En waarom niet? Omdat je rechterhand geen illusie van een apart bestaan onderhoudt, van gescheidenheid ten opzichte van je linkerhand!  

Maar wij zijn als mensen toch allemaal individuen? We zijn toch allemaal verschillend, met onze verschillende interesses, verschillende voorgeschiedenis, verschillende noden…?

Dat is waar, geen twee lichamen zijn dezelfde. Geen twee persoonlijkheden zijn dezelfde. We hebben een verschillende naam. Iedereen heeft eigen herinneringen, een eigen perspectief, met/vanuit eigen emotionaliteit en gevoeligheden, enzovoort. Maar ben ik echt alleen dat lichaam? Ben ik te reduceren tot die persoonlijkheid? Ben ik die naam? Ben ik die herinneringen? Ben ik die emoties? Ben ik die gevoeligheden?

We zeggen toch “Ik ben één meter drieënzeventig”, “ik ben arts”, “ik ben Dominique”, “Ik ben Belg”, “Ik ben niet graag alleen”… ?

Dat klopt! We zeggen dat allemaal, en op een praktisch niveau heeft dat zijn nut. Maar geeft ook maar één van die aanduidingen weer wat je werkelijk, op het meest fundamentele niveau, bent? Ik zeg nu “wat” omdat we als het ware geprogrammeerd zijn om op de vraag “wie ben je?” met al die uiterlijkheden aan te komen draven. Dat hebben we zo geleerd. Maar zijn die antwoorden échte, fundamentele antwoorden op  de vraag “wie ben je?” of zijn dat praktische afspraken en oppervlakkige kenmerken die we gebruiken om de verschillende personen in een gezin, in een samenleving van elkaar te onderscheiden?

Wat suggereer je dan? Wat ben ik dan wel?

Laten we even niets suggereren, noch dat je iets anders bent, noch dat je iets bent tout court, noch dat er een ik is die iets kan zijn. Ik nodig je enkel uit om – al is het voor de eerste keer in je leven – helder te zien wat er precies aan de hand is. Hoe het functioneert. Wat het is om hier en nu te bestaan.

Je bedoelt “wat ben je?” of “wie ben je?” als een filosofische vraag?

Nee. Het is geen verstandelijke vraag. Het gaat er niet om, een beter of slimmer of dieper antwoord te formuleren dan hetgene waar je eerst mee aan kwam zetten. De vraag “Wat ben ik?” is een vraag die je uitnodigt om diep te voelen, direct te zien, voorbij woorden, wat dat ik is waar je het zo vaak over hebt. Probeer het zelfs niet in woorden te vatten.

Daar moet ik eens over denken…

Nee. Ervaar gewoon, met alle energie die je hebt. Met alle nieuwsgierigheid die je hebt. Maar zonder woorden.

(enkele minuten stilte)

(Glimlacht) Ik …  ik weet het niet!

Dat is een begin, een goed begin zelfs. Niet weten betekent dat er openheid is, dat je niet op je denken bouwt.

Wat heeft dat nu met verlichting te maken?

Vijf minuten geleden dacht je precies te weten wie je was, nu is er niet-weten. Dat is heel goed. Waarom is het heel goed? Omdat je al iets, dat je beklemde, waarschijnlijk zonder het bewust te beseffen, hebt laten varen. Het is precies het weten, of beter gezegd het menen te weten, dat de illusies schept en in stand houdt.

Daarom is het belangrijkste dat je kan doen: in alle helderheid, helemaal wakker, gadeslaan wat er is, met een totaal open geest, zonder iets te verwachten, zonder iets te vermijden, zonder iets te willen bereiken, zonder iets te weten of zonder iets te weten te willen komen. Dat noemen we in de zentraditie zazen. Maar deze beoefening is universeel. Ze overstijgt compleet het mediteren door concentratie, als techniek om iets te bereiken. Dat neemt niet weg dat een zekere dosis rustgevende concentratie wel goed is om in staat te zijn de heldere open observatie mogelijk te maken. Met een compleet verwarde geest is het moeilijk om helder waar te nemen. Maar de ware dimensie van zazen is die van de beoefening van de verlichting. Verlies dat nooit uit het oog.

Dat klinkt toch wel behoorlijk heftig vind ik. Is dat niet gevaarlijk?

Je moet in ieder geval alleen zen beoefenen onder leiding van een ervaren leraar. Bovendien moet je een zekere stabiliteit hebben. Voor mensen die werkelijk onstabiel zijn is zazen dikwijls niet aan te raden; in andere gevallen kan het juist een hulp zijn, maar nogmaals: altijd onder deskundige begeleiding.

Dus als mensen dit en andere gesprekken lezen…

De publicatie van deze gesprekken is niet bedoeld als handleiding om op je eentje zen te beoefenen. Dat raad ik ten zeerste af. Ze is ook niet bedoeld om intellectuele nieuwsgierigheid te bevredigen. Dat leidt in het beste geval tot niets; in andere gevallen tot een verdere opeenstapeling van illusies en misverstanden. Eerder hoop ik de mensen die al zen beoefenen bij te staan in het verhelderen van hun illusies. En wanneer sommigen zich door dit te lezen geïnspireerd voelen om een leraar te zoeken en te starten met zen, is dat natuurlijk uitstekend!