De zin van het zijn.

Er is in het ervaren zélf 
een “zin”, een “betekenis”, een “waarde”, een “waardigheid” vervat 
die niet afhankelijk is van toegevoegde concepten 
en die niet komt van “buiten” het ervaren zelf. 

Het ervaren zélf, 
het functioneren van bewustzijn met andere woorden, 
heeft niets nodig. 
Het rust in zichzelf. 
Het is zijn eigen “zin”. 
Het rust in zichzelf omdat er niets buiten zichzelf is. 
Daarom heeft het van in het begin geen redenen of gevolgen nodig om “zinvol” te zijn.

Misschien is een woord als “zinvol”, zelfs wanneer het tussen haakjes staat, niet het juiste (maar geen enkel woord is hier juist), want het verwijst nog altijd naar een dualistisch kader:  zinvol tegenover zinloos. Het wordt hier tóch gebruikt met het allergrootste voorbehoud; maar zie het als een wegwijzer, niet als de weg en zeker niet als dat waar het naar verwijst. Het is een hint. Een hint kan volstaan omdat je dat waar de hint naar verwijst, eigenlijk al kent. Eigenlijk al bent. Je kan ook woorden als gelijkmoedigheid en leegte gebruiken, maar ook die zijn niet onbeladen, dualistisch gezien, en ze zijn veel te flauw om de volte van het ervaren, van het bestaan op te roepen. Ze zijn te weinig inspirerend als hint. [1]

Woorden, hun betekenis, én de bewustzijnsvernauwing die die met zich meebrengt zijn natuurlijk ook een uiting van dat wat is zoals het zich hier en nu (wanneer anders?) manifesteert. Ze zijn geen uiting van, ze ZIJN dat wat zich hier en nu manifesteert, dat wat is, dat wat “ik” werkelijk ben, “iedereen” werkelijk is. 

Wat ik hier zeg is niet iets zweverigs. Het is geen filosofie, en zeker geen theorie. Het is een poging om je eraan te herinneren hoe je bestaan er hier en nu uitziet, hoe het functioneert, hoe het is. Want dat ben je sinds lang vergeten, verloren als je bent in de dagdromen. Misschien gaat er iets resoneren, misschien wordt je wakker. Het gaat er niet om ook maar iets toe te voegen aan je denkkader, aan je ervaren, aan eender wat. Het is een beschrijving van de meest concrete, nuchtere, wakkere vorm van ervaren die er is- eigenlijk het enige ervaren dat er is. Al de rest is dromerij, en ook die dromerij is dat wat is.

 


[1] Sommige scholen vermijden het te spreken over wat er voorbij woorden ligt. Ze spreken alleen over dat waarover je redelijk veilig kan spreken: de concepten, hoe ze ons bevangen, en hoe je ze kan loslaten. Dat is een mogelijke en consequente strategie. Het gevaar ervan is dat we gaan denken dat er “niets is”, vervallen in nihilisme en niet komen tot een echte realisatie.

Het gevaar van wél woorden te gebruiken om te spreken over dat wat voorbij woorden ligt is dat we ons er een voorstelling van gaan maken, en dat het verstand gaat denken dat er iets te grijpen is. Maar hoewel er niets te verwerven is, zijn er voor wie uit zijn illusies ontwaakt wel degelijk heel wat uiterst positieve gevolgen! De basis van het boeddhisme is dat er een ontwaken mogelijk is uit de illusies, en dat dat het einde van het lijden betekent. Het einde van het lijden is positief. Wanneer je heel je leven een gewicht van twintig kilogram op je rug meezeult, dat ontdekt en neerzet, dan heb je niets verworven. Maar je zal het leven heel wat rooskleuriger ervaren. En je zal anderen aanspreken om hetzelfde te doen. Je zal niet alleen aanraden het gewicht los te laten, maar ze daartoe ook motiveren door te wijzen op de positieve kanten van dat nieuwe bestaan-anders denken ze dat ze alleen maar iets zouden verliezen. Daarom kies ik voor deze tweede aanpak.