5. Spiritueel materialisme: de valkuil van de verlichting

Zoals je muizen vangt met kaas, en beren met honing, zo vang je boeddhisten, zenners, nondualisten, mediteerders en diepgangzoekers allerhande met verlichting.

Maar zen en boeddhisme draaien toch rond de realisatie van verlichting? Precies. Maar niet rond het cultiveren van het concept erover, want dat is geen verlichting, maar illusie. Er zijn verschillende illusies mogelijk. Korte flitsen van helder inzicht in de ware natuur zijn alsof je voor de eerste keer even de blauwe lucht ziet verschijnen te midden van een dicht wolkendek. Het ego dat alleen wolken kent interpreteert dat als een blauwe wolk te midden van andere wolken (een ervaring te midden van andere ervaringen). Zo worden deze flitsen achteraf door het ego gerecupereerd waarbij (1) ofwel het voorbijgaande karakter van het inzicht wordt ontkend (“ik ben vanaf nu verlicht”); (2) ofwel wordt het voorbijgaande karakter wel erkend, maar wordt het inzicht gezien als een voorbije ervaring waarnaar opnieuw verlangd wordt door het ego (“ik had een moment van verlichting, maar ben het terug kwijt”); (3) ofwel stelt men zich erboven: “ja, ik ken dat, maar het is een ervaring als een andere, voorbij is voorbij”. Deze laatste attitude lijkt op het eerste gezicht sterk op een gezonde houding van niet gehecht zijn en gewoon verder gaan, maar het verschil zit erin dat hier het accent ligt op “been there, done that”. Meestal gaat deze houding gepaard met de mening dat “niemand anders een diepere realisatie kan hebben gehad dan ikzelf, en als je denkt dat dat wel zo is, dan maak je vergissing nr.(1)”  Dat zijn zeer ernstige valkuilen: in het eerste geval wordt er gestopt met een oprechte beoefening en leeft men in een complete illusie; in het tweede geval wordt er verder beoefend maar nu vanuit een krampachtig naar-verlichting-grijpen, wat op zijn zachtst gezegd contraproductief is; in het derde geval heeft men een beperkt beeld van verlichting geconstrueerd dat elke ware bevrijding zal verhinderen en dat ook anderen zal blokkeren op hun weg. Ik beschouw al deze gevallen als voorbeelden van spiritueel materialisme, want bevrijding wordt gezien als iets wat ik kan te pakken krijgen; zelfs wanneer zoals in het derde geval dat iets gerelativeerd wordt.  Wanneer we onszelf feliciteren met onze realisatie en er graag mee uitpakken om onszelf in de kijker te zetten, kunnen we spreken van spirituele hoogmoed.

Het is dan ook uiterst belangrijk dat je na zo’n flits van inzicht (Jap.: kensho) goed begeleid wordt door een leraar die eerst en vooral de authenticiteit ervan erkent en je vervolgens op het juiste pad zet om verder te evolueren. Maar uiteraard kan je ook zonder eerst een flits van inzicht gehad te hebben er allerlei concepten van verlichting op na houden, die je dan gaat najagen.

Het is interessant om te zien hoe ook leraars of spirituele scholen in een val kunnen trappen. Zo is het in de rinzai zen gebruikelijk om leerlingen te pushen naar een doorbraakervaring, wat zeker niet slecht is. Tegelijk ligt hier het risico van een valkuil: wanneer je studenten het hoofd op hol te brengt over verlichting, gaan ze een veel te eisende, doelgerichte instelling hebben, die een authentieke realisatie kan blokkeren. Ook wanneer er een inzicht gerealiseerd wordt zonder dat de tijd werd genomen voor een juiste voorbereiding, zal deze doorbraak zonder gevolg blijven als een zaadje dat op onvruchtbare grond valt.

In de soto zen daarentegen is men zich dan weer zozeer bewust van de mogelijkheid dat het ego een concept maakt van een kensho, dat men geneigd is het hele idee van verlichting te ontkennen – wat uiteraard absurd is voor een school, waarvan de stichter De Verlichte (Boeddha) werd genoemd, en die voortdurend benadrukte dat wat hij had gerealiseerd niets speciaals was, en dat in principe iedereen dat kon. Ook deze al te omzichtige omgang met verlichting kan een valkuil zijn. Het leidde ertoe dat in veel gevallen ongerealiseerde leraars hun ongerealiseerde leerlingen als opvolger gingen benoemen. Ik heb persoonlijk heel wat mensen gekend die een aantal jaren zazen beoefenden in de vaste overtuiging dat ze al helemaal compleet waren zoals ze waren en dat er niets te doen was, maar dat opvatten als een bevestiging dat ze hun gedachten konden blijven volgen en dat de illusie van een afgescheiden bestaan niet moest doorprikt worden… hun beoefening doofde langzaam uit en eindigde in frustratie. Dat is natuurlijk niet wat Dogen bedoelde wanneer hij zijn diepe visie formuleerde over de eenheid tussen beoefening en verlichting.

In de beste gevallen echter weten rinzai leraars precies wat ze doen; en zijn er soto leraars die een bijzonder krachtig en subtiel ontwaken weten over te brengen…  Het laatste dat ik wil doen is bepaalde scholen bekritiseren. Ik stel alleen vast dat elke school haar eigen typische valkuilen voortbrengt wanneer haar onderricht onvoldoende gerealiseerd wordt.