6. Spirituele omzeiling: onder de mat vegen van het relatieve

Een andere klassieke val bestaat erin dat we zo gericht zijn op het ontwaken, het absolute niveau van het bestaan, dat we menen dat persoonlijke ontwikkeling onbelangrijk is. “Ik mag dan als persoon hebzuchtig en asociaal zijn, toch zie ik helder dat ik in wezen die persoon niet ben.” ”Ik word voortdurend geplaagd door gevoelens van verdriet of kwaadheid of wat dan ook… maar ik realiseer me dat die gevoelens in wezen gewoon onpersoonlijke verschijnselen zijn, dus is er geen probleem.”

Het is waar dat we de spirituele en therapeutische niveaus niet mogen verwarren. Maar wanneer we op dit onderscheid blijven vastzitten en het als een argument gebruiken om onze persoonlijke problemen niet op te lossen,  missen we een hele reeks aan kansen op verdere verdieping. In het Engels noemt men dit spiritual bypassing. Eerst en vooral is de kans groot dat de onopgeloste, onverwerkte persoonlijke problemen ons blijven meezuigen in een draaikolk van identificatie. Dat wordt dikwijls onderschat.

Een tweede punt is dat ze op een bepaald niveau stress en lijden met zich mee brengen, niet alleen voor onszelf, maar ook voor anderen. Soms wordt er dan gezegd “maar er zijn absoluut gezien geen anderen”. Dat is juist, maar wanneer dit inzicht wordt ingeschakeld om egoïstisch of asociaal gedrag te rechtvaardigen klopt er iets niet. In dat geval zien we niet dat we toch gevangen zitten in een identificatie, en dat er geen ware bevrijding is. We denken dat we bevrijd zijn van een egoïstisch functioneren, maar  het is gewoon ondergronds gegaan.

Een derde punt betreft de fundamentele onscheidbaarheid van het relatieve en het absolute. Natuurlijk: in eerste instantie is het nodig, zoals ik in punt één schreef, de beide uit elkaar te houden. Een personage in een droom kan verre reizen maken en allerlei activiteiten ontwikkelen, lijden of gelukkig zijn, maar de dromer ligt thuis in bed. Wat moet de persoon in de droom doen om wakker te worden? Wakker worden is van een andere orde dan eender welke droom-activiteit. Dat dienen we goed te beseffen, willen we niet vervallen in een of andere new age filosofie. Maar aan de andere kant zijn de dromer en het personage in de droom niet gescheiden, en is de droom een uiting, een expressie van de dromer. Dat is de reden waarom het onzin is, neer te kijken op de relatieve werkelijkheid. Als we dat toch doen is onze realisatie niet compleet. Wie alleen de golven ziet, dient te beseffen dat het allemaal water is. Maar eens dat duidelijk is, moeten we ook inzien -door resterende illusies los te laten- dat het golvenspel nu eenmaal de vorm is die het water aanneemt. Golf en water, relatief en absoluut, vorm en leegte zijn niet gescheiden. Wanneer dat niet gerealiseerd wordt zit je nog altijd gevangen in dualiteit. Sekito schreef in de Sandokai (en dat is een fundamenteel citaat waar ik dan ook dikwijls op terug kom):

Gehechtheid aan dingen is illusie.
Samenvallen met de eenheid is nog geen verlichting.