De dood als onrecht

Voor iemand die op geen enkele manier zijn bestaan als apart individu in vraag stelt, laat staan doorprikt, en dus volledig in de illusie van een zelfstandig bestaan leeft, is het einde van dat individu een afgrijselijk schrikbeeld, waar nauwelijks mee te leven valt. De dood wordt in onze cultuur dan ook zo veel mogelijk verborgen. Ze wordt als iets wezenlijk negatiefs gezien; zelfs ouderdom, die ons dichter bij de dood brengt, wordt gecamoufleerd. Wanneer geliefden overlijden, zal men dan ook enkel de relatieve kant zien, enkel het individu dat wegvalt ervaren, en dat betekent een groot lijden. De dood wordt gezien als een groot onrecht.

Troost

In de onmogelijkheid om iedereen de absolute, ongescheiden dimensie van het bestaan te laten realiseren, is een hulp in het relatieve domein aangewezen. Wanneer voor een ziekte geen genezing mogelijk is, moeten we terugvallen op een symptomatische behandeling. Het idee van een leven na de dood is dan voor veel mensen heel troostrijk. Van alle beperkte zienswijzen is ze waarschijnlijk diegene, die het dichtst de waarheid benadert. Waarom? Omdat de dood inderdaad geen einde is: het aparte zelf dat we meenden te zijn, was een luchtspiegeling. Het was er eigenlijk nooit, en kan dan ook niet echt sterven; en dat wat we werkelijk zijn, overstijgt alle relatieve verschijnselen inbegrepen ruimte en tijd. Het is bijgevolg alomtegenwoordig (in de zin van plaatsloos) en eeuwig (in de zin van tijdloos). Om deze twee redenen is de dood geen einde. Dat wat je werkelijk bent kent geen einde (en geen begin). Ik meen dat dit inzicht bij velen leeft op een onderbewust, intuïtief niveau. Het idee “ik zal sterven” botst, met andere woorden, vanuit de niet bewust onderkende ware natuur op een gevoel dat er iets niet klopt. Dat gevoel is meer dan een zelfzuchtig vastklampen aan een beperkte identiteit. Wie zich echter terzelfdertijd niet kan losrukken uit de illusie dat hij een apart zelf is, trekt dan de conclusie dat dit “ik” voortleeft na de dood. De meest uiteenlopende religies, gaande van die van het oude Egypte tot het christendom, vertellen ons dat er na de dood een ander, eeuwig leven is, elders. Ook in het hindoeïsme en zelfs in het boeddhisme wordt er gesproken over een nieuw leven, hier in deze wereld, of in een andere. Laten we dat even bekijken.