Laat ons nog eens alles op een rijtje zetten

Bedenk wel dat, hoe ernstig het onderstaande ook overwogen is, en hoe nuttig het ook kan zijn als je het serieus neemt, het woorden zijn die uiteindelijk nooit de ultieme realiteit van het bestaan kunnen weergeven. Hecht je dus niet aan deze woorden. Ze zijn geen metafysica, geen filosofie. Ze beschrijven niet wat bevrijding is, maar hoe de gevangenschap tot stand komt. Ze zijn als een medicijn om in te nemen wanneer je ziek bent, ze zijn als een vlot om een rivier over te steken en dan achter je te laten. Hier gaan we.

Er is bewustzijn.

In het bewustzijn duiken er verschijnselen op, als golven op de zee.

Sommige verschijnselen functioneren als symbool voor andere verschijnselen.
Zo wordt het geluid/de gedachte “ik” symbool voor een aantal verschijnselen, maar meer nog een taalkundige constructie die zelfs niet eens naar een “reëel verschijnsel” verwijst.[10]

Dat wordt niet beseft, “ik” wordt voortdurend gebruikt alsof het duidelijk is waarover het gaat; en bovendien wordt niet ingezien dat het een gedachte is. Daarom wordt het voor werkelijkheid genomen en ook zo ervaren.

Daarbij ontstaat de verwarring dat “ik” bewust ben, en daarom “echt” of “reëel”, maar dat is niet zo, bewustzijn is bewust, en “ik” is een verschijnsel daarin. Het ”ik” ontleent zijn echtheid aan de echtheid van het bewustzijn zoals een golf haar echtheid ontleent aan het water. Los van het water, zonder het water heeft de golf als vorm geen enkele realiteit. De golf IS water.

Maar dat wordt dus niet gezien! Het lijkt alsof er een echt onafhankelijk “ik” hier binnen zit, dat de doener, denker enzovoort is. Tegenover dat “ik” staat alles dat niet-ik is: de wereld, waarin “ik” leef. Ook de fundamentele realiteit van deze wereld (zowel als “aparte wereld”, gescheiden van “ik”, maar ook als op zich bestaande wereld los van bewustzijn) is bijgevolg een illusie.[11]

Het “ik” heeft wensen en verlangens waaraan de “wereld” niet altijd voldoet.

Zo ontstaat er een conflict tussen wat het (als helemaal echt ervaren) “ik” wil, en wat er in de (als helemaal buiten dat “ik” ervaren) wereld gebeurt.

Deze wrijving ervaart het “ik” als lijden.[12]


[10] (In zekere zin is een illusie natuurlijk ook een verschijnsel in het bewustzijn; maar er zijn, als je wil, niveaus van verschijnselen, zelfs als die niveaus zelf… verschijnselen in het bewustzijn zijn).

[11] Hier is het uiteraard weer nodig de eeuwige disclaimer in te voegen: nee, dit is geen oproep om alle ethische normen overboord te gooien, integendeel de neiging om onethische handelingen te stellen zal afnemen en verdwijnen. En nee, hoe spectaculair de uitspraak “dat de wereld als wereld geen fundamentele realiteit heeft” betekent niet dat je krankzinnig wordt maar – misschien voor het eerst in je leven- rustig een kopje koffie kan drinken (om maar iets te noemen), in alle intimiteit met wat je werkelijk bent, ongescheiden van het ware geluk dat niet afhankelijk is van omstandigheden.

[12] Let wel: het zijn niet de wensen en de verlangens die een probleem vormen. Het probleem schuilt in de “ik”-illusie die erachter schuilt. Wanneer die doorzien wordt, kunnen er nog altijd wensen en verlangens opkomen, maar die creëren dan geen lijden meer.