Toch zijn deze vragen voor mij allemaal niet zo belangrijk. Belangrijker is het feit dat het hele verhaal van een spirituele wedergeboorte na een periode van diep lijden bij heel wat mensen, waaronder mezelf, een belletje doet rinkelen. En dan behoeft het geen verdere uitleg. Het is bijna onmogelijk om de Verrijzenis van Christus niet te zien als een beeld voor wat we in het boeddhisme verlichting noemen: de blijvende perspectiefverandering die zo fundamenteel is dat je ze ervaart als een opnieuw geboren worden. Het is iets dat voor iedereen een levende werkelijkheid kan worden. Dat was precies wat Christus bedoelde, exact wat Boeddha onophoudelijk onderrichtte. Op dezelfde manier is de Heilige Geest klaar en duidelijk de inspiratie, het enthousiasme om de gerealiseerde bevrijding uit te dragen en te delen met alle anderen. Wanneer het moment van verandering daar is -en het authentiek is- dan is er een diepe behoefte om anderen te laten delen daarin. In het boeddhisme noemen we dat het bodhisattva principe. Zeker in het begin kan dat een moeilijke bevalling blijken te zijn, want het enthousiasme is heel groot, en degene die spreekt doet dat vanaf de overkant, waar taal ongeldig is, maar probeert toch iets te zeggen. Vandaar dat het goed is van wat te wachten om onderricht te geven. Ook dat is allemaal gekend in alle mystieke tradities.

Om terug te komen op Pasen zelf: het is een feest van de overwinning op het lijden. In het christendom is er het evangelie, dat zoals je weet afkomstig is van het Grieks voor: Blijde Boodschap. Ook het boeddhisme, en in het bijzonder het mahayana waar de zen deel van uitmaakt is in wezen een Blijde Boodschap. Er is een uitweg uit het lijden, een bevrijding mogelijk voor ieder van ons. Waarom? Omdat we allemaal in wezen al bevrijd zijn. In het christendom zeggen ze: God houdt nu al, onvoorwaardelijk, van elk mens. In plaats van te blijven vaststeken op verschillen tussen tradities is het veel vruchtbaarder om te kijken naar de overeenkomsten, zelfs wanneer de verschillen groot lijken. Zou het niet kunnen dat alle religieuze tradities vanuit hetzelfde inzicht voorbij woorden vertrekken, het alleen anders formuleren?

In de zen zegt men wel dat je eerst moet sterven om bevrijd te worden: je kleine ik, je beperkte identificatie loslaten om een groter perspectief te vinden. Sterven is dus geen negatief begrip hier, want we worden herboren tot een veel weidser leven. En het is waar, dikwijls gaat aan dat sterven, dat loslaten een moeilijke periode vooraf, die Johannes Van het Kruis “de donkere nacht van de ziel noemde” en die ook in de zen niet onbekend is.

Hetzelfde voor de dood van het lichaam. In een beperkte visie is dat het einde van “mij”. Een groot, huiveringwekkend zwart gat. Maar wat betekent de dood als je niet langer vast zit in de identificatie met het lichaam, de herinneringen, de gedachten en handelingen? We zien dan dat wat ik werkelijk ben niet sterft bij “mijn” dood, en niet geboren is bij “mijn” geboorte. De overwinning op de dood heeft dus niets te maken met beloftes van een individueel bestaan in een hiernamaals, maar met het loslaten van beperkte visies die lijden met zich meebrengen. Op het absolute niveau, in de grenzeloosheid is er geboorte noch dood, zeggen we in de zen.

Laat ons dus Pasen vieren als een feest van verlichting! Als je kijkt naar de gevoelsinhoud van de Paasviering in de christelijke kerk klopt dat helemaal. Ik ervaar daar een zee van stralend licht, opluchting, bevrijding, vrede, vreugde en diepe liefde voor de hele mensheid.  Is dat niet waar het om gaat? Laat ons dus niet discussiëren over wat er “echt” gebeurd is; over wat de achterliggende historiek is van het Paasgebeuren; over verschillen tussen tradities, en wat al meer, maar simpelweg met een open geest meevieren met dit hartverwarmende feest van bevrijding…

Zalig Pasen!

Luc