(In antwoord op de vraag: « Heeft heel deze toestand, van coronavirus en lockdown, enkel maar de betekenis die wij eraan geven, of heeft hij betekenis op zichzelf ? »)

Wat we op dit moment meemaken is ongezien, vooral omdat we een generatie zijn die geen enkele oorlog heeft meegemaakt, geen enkele ontbering. Zo zijn we opgegroeid in het geloof dat de technologie en de vooruitgang een antwoord hebben op alle onvoorziene omstandigheden. Daardoor zijn we, of toch de meesten van ons, als kinderen die denken dat ze almachtig zijn. 

Dit virus, deze situatie schudt dat concept, dat geloof grondig door elkaar, en doet het barsten.

Dat is een van de redenen waarom dat wat we nu beleven, afhankelijk van de innerlijke hulpbronnen van elk van ons twee mogelijke gevolgen kan hebben. Ofwel wordt het een springplank voor de opening van het bewustzijn (een evolutie die al bezig was), en voor de aanvaarding van de veranderingen die eraan staan te komen. Ofwel zal het bewustzijn, de identiteit door de angst verlamd en bevroren worden, en zich gaan richten op de hoop dat alles weer wordt zoals het was. 

De angst is zelf een virus dat we al heel vroeg in ons leven  hebben opgelopen. Het zit verscholen in de kleinste plooien van het weefsel van ons existentiële wezen, van ons psychische weefsel. Een populair gezegde vertelt ons dat angst een slechte raadgever is, iets dat we kunnen ervaren in bepaalde keuzes die we maken in ons leven, zowel op individueel als collectief vlak.

Ze is de oer-emotie die dan ook aan de basis ligt van veel van onze handelingen en levenskeuzes. Ze leidt tot hoop op een beter leven of tot angst voor een moeilijke toekomst. Op die manier snijdt ze ons af van onze innerlijke hulpbronnen, van de scheppingskracht en van de levensdrang die zijn volheid « bereikt » in het hier en nu. Op dit moment is dan ook niets belangrijker dan ons af te stemmen op het nu dat de schuilplaats is waar het « angst-ik » het veld van bewustzijn niet in beslag kan nemen.

Het is zeker zo dat er psychologische decompensaties, depressies en opwellingen van gewelddadigheid zullen opkomen bij de kwetsbaarsten onder ons. Dat is al begonnen. Maar natuurlijk zal de huidige situatie ook kwaliteiten als solidariteit, mededogen en creativiteit blootleggen, kwaliteiten die nodig zijn om ons leven verder te kunnen leiden in een intelligente (en ik heb het hier over de intelligentie van het hart) verstandhouding met de natuur en de anderen.

De grote inzet is nu dat dat laatste zich niet alleen zal manifesteren tijdens deze ongeziene crisis, maar ook wanneer ze voorbij zal zijn. Dat betekent integreren. Dat betekent de verschillen tussen ons allen en de verschillende vormen die het leven aanneemt verwelkomen om er zo de rijkdom van in te zien – in plaats van er bang voor te zijn. 

Het is moeilijk om de zin die we toekennen aan wat er zich afspeelt op dit moment te scheiden van de “eigen betekenis” ervan. (Los van het feit dat ik van mening ben dat we  nooit kunnen spreken van een « eigen betekenis »). Waarom? Omdat wat er nu gebeurt raakt aan de hele mensheid; een mensheid die haar keuzes, helaas, meestal maakt vanuit onwetendheid en hebzucht, eerder dan vanuit een bewust hart. En dat zorgt voor heel wat onevenwicht in de wereld.

Onevenwicht op gebied van de verhouding tot het levende, het levende waar we zelf deel van uitmaken. De mens heeft de neiging dat te vergeten en te denken dat hij een apart soort wezen is. We mogen nooit vergeten dat we, « voordat » we denkende wezens zijn,  levende wezens zijn en dat we op deze manier integraal deel uitmaken van al wat leeft. Dat is ook de reden waarom al onze handelingen een directe invloed hebben op de wereld. Ten goede of ten kwade.

Onevenwicht ook op gebied van onderlinge menselijke relaties. We evolueren steeds meer in de richting van individualiteit en vooral van de identificatie met de eigen persoonlijkheid. Deze identificatie leidt ertoe dat we ons opsluiten in een egocentrisme op zoek naar eigen gewin.

En zo vergeten we dat we niet alleen een « gescheiden persoon », maar ook de mensheid, en natuurlijk ook al wat leeft zijn. Het  heilige doel van elke spirituele zoeker of zoekster die zich op de Weg bevindt, bestaat erin wakker te worden uit de droom van gescheidenheid om te ontwaken tot het Geheel.

Hoe we deze crisis beleven op dit moment zal beïnvloed worden door de betekenis die zowel ieder van ons als wij allemaal samen eraan zullen geven.  We kunnen niet anders dan hopen dat ze ons zal helpen onze ogen te openen voor de verandering die we moeten bewerkstelligen: een verandering in hoe we onze aanwezigheid op de wereld zien.

We kunnen niet zeggen dat deze situatie en dit virus werkelijk een eigen betekenis hebben. De epidemie is eerder, op een bepaalde manier, het resultaat van dat onevenwicht. Ze is het resultaat van onze handelingen die niet waren en niet zijn afgestemd op die grote wet die de onderlinge afhankelijkheid is, niet afgestemd op het respect voor het leven.

Dus komt het virus, door middel van alle gevolgen die eruit voortvloeien, de keuzes die we collectief en individueel hebben gemaakt in vraag stellen; het roept ook de vraag op over de diepe betekenis van ons bestaan en onze verhouding tot leven en dood.

Op retraite gaan en je bezinnen door je blik naar binnen te richten is een van de meest adequate manieren om hierop te antwoorden. Zo kan je deze vragen diep laten doordringen, ze laten rijpen in de diepe gronden van het Zijn; want ze zijn in staat om de onafwendbare veranderingen die gaan komen te voeden…

De betekenis die we zullen verlenen aan deze situatie zal afhangen van de kracht en de moed van elk van ons om zich te laten raken door deze vragen, en van de antwoorden die zullen kunnen opkomen vanuit de intimiteit van het Zijn, de intimiteit van de hoogste « tempel ».  Ze zal ook afhangen van ons vermogen om ten volle aanwezig te zijn in dat wat is zoals het is. Ze zal afhangen van ons vermogen ons af te stemmen op, en over te geven aan het mysterie van het zingen van het bewuste, intuïtieve hart.

In deze ongeziene omstandigheden, die ons leiden naar het onvoorspelbare en onbekende, is het dus belangrijk niet te blijven vastzitten op één aspect, namelijk de lockdown, het virus en de angst voor besmetting. Nee, het is nodig dat we de intentie cultiveren ons te wijden aan de ademhaling, ons erin te vestigen en in ons hart de beweging van het leven te zien, te horen, te voelen en waar te nemen. De beweging van het leven die voortgaat in al haar vertakkingen en in haar ongelooflijke stille schoonheid; in een zonsopkomst of –ondergang, in de mysterieuze helderheid van de volle maan, het onverstoorbare zingen van een vogel, de vergankelijke schoonheid van een bloem, de lach van een kind, een eenvoudige blik (zelfs van op een afstand) en in het feit dat we ons daarover nog steeds kunnen verwonderen.

Ik hoop dat dit antwoord op de vraag over de betekenis die we kunnen geven aan deze situatie, en de betekenis die ze op zich heeft, je kan voeden en inspireren om deze vraagstelling te voeren en te verdiepen. Je vindt hieronder als « aanhangsel » een gedicht dat ik schreef tijdens een wandeling in de woestijn.

Van hart tot hart, Patrick

 

Dat is, en is altijd geweest
Mysterie van het huidige moment
Ik ben de dageraad en de schemering
Ik ben de onverstoorbare duinen
Ik ben de wind van de woestijn
Ongebonden
Die de illusies van het hart verheldert
Ik ben de vogel die vliegt zonder droom van worden
Ik ben de tranen van wanhoop van de mens
Onwetend over zijn ware natuur
Ik ben de lach, het ondoorgrondelijke zingen van het Leven
In de overgave van de bloem aan het stralen van de zon
Ik ben man en vrouw
Ik ben een korrel zand en de onmetelijkheid
Ik ben het eeuwige en het vergankelijke
Ik ben Een en Veel
Ik ben de beschouwing van de Totaliteit
En toch, ben ik niet.