8. Open aandacht

 

Maar er is dus ook een andere vorm van aandacht?

Je aandacht kan ook functioneren zoals de zaallichten in een schouwburg: die verlichten alles in gelijke mate. Dat is wat we open aandacht noemen: alles gelijkelijk laten baden in het licht van je bewustzijn. Wanneer je in zazen – of daarbuiten – in alle helderheid niets doet, kan je in een heel brede aandacht gaan. Je voelt je volledige lichaam, hoort alle geluiden, ziet helder de waarnemingen van de ogen, en ervaart het hele ‘inwendige’ leven van emoties, herinneringen, gedachten, enzovoort.

Allemaal tegelijk?

Niet noodzakelijk, nee. Dikwijls beweegt de aandacht vrij heen en weer tussen al die verschijnselen. Probeer in ieder geval niet krampachtig alles tegelijk te willen ervaren.

Bedoel je nu dat deze open aandacht datgene is wat de Boeddha zocht en vond, toen bleek dat concentratie niet genoeg was om bevrijding te realiseren?

Ja, want het is deze open aandacht die toelaat tot diep inzicht en dus tot ware bevrijding te komen. Je kan zelfs zeggen dat het realiseren van een open, bevrijd bewustzijn verlichting is want wanneer het zich manifesteert, is er geen gebondenheid meer aan wat dan ook. Bovendien is ze een poortloze poort naar wat ik noem een duurzame verlichting.

Hoe werkt dat dan?

Wel, als je diep in eenpuntige concentratie vertoeft, is je geest heel kalm of zelfs vlak. Je ego is misschien afwezig, maar dan kan er ook geen bevrijdend inzicht in de werking van dat ego ontstaan.

Bedoel je dat wanneer je de illusies vermijdt, je ze niet kan ontmaskeren? Dat je ze tegemoet moet treden om ze te doorprikken? En dat iemand die in grote concentratie het denken buiten spel zet, nooit de kans krijgt om het te doorzien en dus geen stap verder geraakt?

Precies.

Ik herinner me nu een oud verhaal dat zich afspeelt in Indië. Een meditatieleraar komt na tien jaar uit zijn diepe meditatie en zegt aan een leerling: ‘Ik heb dorst, haal eens wat water voor me.’ Wanneer de leerling terugkomt, is de leraar al terug in meditatie verzonken. Weer tien jaar later komt hij er opnieuw uit, en zegt hij voor de tweede keer: ‘Ik heb dorst, haal eens wat water voor me.’ Er was niet veranderd, niets opgelost. Is dat wat je bedoelt?

Dat verhaal is inderdaad een manier om die dwaling aan de kaak te stellen. Ik kan je verzekeren dat er heel wat mensen zijn die zeer geconcentreerd in zazen zitten en vlekkeloos ingewikkelde ceremonieën uitvoeren, maar zo gauw ze uit hun zen-reservaat stappen, zijn ze niet beter af dan iemand die helemaal niets beoefent. Ze zijn zelfs slechter af, want ze leven nu in de bijkomende illusie dat ze heel wat bereikt hebben op het spirituele pad.

Daarom is het zo belangrijk je gedachten niet te willen onderdrukken in zazen, maar te leren erdoorheen te kijken. Diep in te zien dat ze niet zijn wat ik ben. Diep in te zien dat het virtueel gebabbel is. Diep in te zien dat wat ze zeggen, niet waar hoeft te zijn. Diep in te zien hoe ze van de ongescheiden stroom van zijn een hele wereld van verschillende dingen schijnen te maken. Diep in te zien dat ze gewoon verschijnselen zijn die worden waargenomen. Diep in te zien dat ze zich in dezelfde ruimte afspelen als alle andere verschijnselen. Diep in te zien, uiteindelijk, dat ze niet van die ruimte gescheiden zijn.

En dat is wat zich voordoet tijdens open aandacht dus.

Juist. Zo’n inzicht, dat niet via woorden of denken komt maar door innige vertrouwdheid, dat is werkelijke bevrijding. Op elk moment van de dag zal je dan vrij zijn ten opzichte van dat denken, zelfs als het wat stormachtiger wordt. Iemand die enkel ervaring heeft met een denken dat af en toe stilvalt, zal als een vogel voor de kat zijn telkens er een gedachte opkomt. Daarom dat ik staande houd dat mensen met een meer chaotische, moeilijk te kalmeren geest uiteindelijk, als ze doorzetten, een diep ontwaken kunnen realiseren. Want zij zijn gedwongen doorheen het denken te zien, voor de fundamentele oplossing te gaan, want de andere werkt voor hen niet.

Is het deze toepassing van open aandacht die in de Platformsoetra beschreven wordt? De geest als een spiegel die alle verschijnselen gewoon weergeeft zonder ze te vervormen?

Ja.

En is het dat wat ze in advaita bedoelen met bewustzijn, met de ‘getuige’?

Natuurlijk. Maar vertel me eens, hoe leg jij dat beeld van die spiegel uit?

Ah, wel, euh … ik zou zeggen dat wanneer het denken afwezig is, het bewustzijn gewoon in alle helderheid reflecteert wat er aan verschijnselen voorbijkomt … zoiets? Euh … (wordt onzeker).

En als het denken niet afwezig is?

Ah, dan is de spiegel een beetje troebel, zeker, want dan zien we alles doorheen onze concepten, toch?

En hoe komt het dat je het denken waarneemt in de eerste plaats?

Wel, het denken is natuurlijk ook een verschijnsel dat opduikt in het bewustzijn, dat dus in de spiegel wordt gereflecteerd, volgens de metafoor.

Kan het denken de spiegel dan werkelijk troebel maken?

Ik begrijp het. Nee, de spiegel blijft altijd helder, hij lijkt alleen maar troebel door de weerspiegeling van het denken erin.

Zie je hoe je toch weer verviel in het ‘geen denken’-model’? En hoe je zo het denken een substantie toekent die het nooit had en nooit zal hebben? Ik herhaal: het denken moet niet ophouden omdat het geen wezenlijke realiteit heeft. Wacht niet tot het stopt om dan ‘helder te observeren’. Observeer het denken zelf ook. Zo simpel is het. De getuige, de spiegel, hoe je het ook noemt, bevindt zich achter het denken.

Waarom wordt er een beetje verder in de Platformsoetra gezegd dat er geen spiegel is?

Omdat de metafoor van de spiegel een paar beperkingen inhoudt. In de eerste plaats reflecteert een spiegel dingen die zich in een wereld buiten de spiegel bevinden, en dus een reëel en apart bestaan hebben los van die spiegel. Dat is een dualistische metafoor. Het is natuurlijk op deze manier dat de meeste mensen het bestaan ervaren, en de spiegelmetafoor is bedoeld om je te helpen bij je beoefening, zonder daarom het diepste inzicht weer te geven. Maar zelfs als je zou zeggen dat er in de spiegel beelden verschijnen die geen weerspiegeling zijn van objecten buitenaf, dan nog zou het een dualistisch beeld zijn, met een spiegel aan de ene kant en beelden aan de andere kant. Daarom stelt het tweede, diepere gedicht van de Platformsoetra dat er helemaal geen spiegel is waarop stof zich zou kunnen vergaren. Zo maakt het komaf met elke dualistische insteek. Het ontkent ook meteen de mogelijkheid dat het denken op een wezenlijke manier iets zou kunnen vertroebelen. De spiegel is de getuige, het subject dat de objecten waarneemt. Het laatste gedicht overstijgt ook deze dualiteit, daarom zegt het dat er geen spiegel is. Hierop komen we nog zeker terug!