6. Aandacht voor gewaarwordingen van “buiten”

 

Dus aandacht voor ademhaling en lichaam… en dan?

Zoals de ademhaling ons in contact brengt met het lichaam, brengt het lichaam ons in contact met de wereld om ons heen.

Ademhaling en andere lichamelijke gewaarwordingen vallen allemaal onder voelen, het voelen van het lichaam. Maar we voelen ook voortdurend de omgeving: we voelen de grond met onze voetzolen; onze vingers ervaren een glas dat we vasthebben; onze handen rusten misschien op de leuning van een stoel; we zijn ons bewust van de frisse of warme lucht die langs onze huid stroomt. We voelen oppervlakken, vormen, temperatuur, textuur. Telkens blijven we bij het voelen zelf, zelfs als er – en dat is heel waarschijnlijk – een hele stroom gedachten getriggerd wordt door dit ervaren.

Dan zijn er de geluiden! Hoor het verkeer, als een zacht geruis, of als individuele auto’s en trams die voorbijrijden; het gezoem van de ijskast, het geluid van stemmen, een spelende radio …

Blijf bij het horen zelf, de fysieke ervaring van geluid waarnemen. Ga niet in op de tientallen gedachten die opkomen en commentaar, appreciaties, associaties enzovoort toevoegen. Laat ze met een inwendige glimlach voorbijstromen en blijf gevestigd in het beleven van het geluid.

Verder heb je de visuele prikkels. Laat je blik rusten op om het even wat, en verblijf in het zien. Observeer de gedachten die voorbijkomen, maar ga er niet op in – wees er niet in geïnteresseerd – en blijf gevestigd in waar je naar kijkt. Zelfs de gedachte ‘ik kijk naar de vlag’ is een van die gedachten, die we gewoon laten passeren zonder ze te geloven, zonder erop in te gaan. Of kijk gewoon spontaan rond, zonder dat de blik ergens blijft hangen. Dat is niet eenvoudig in het begin, want elk object dat je ziet, brengt een hele reeks ideeën op gang. Daarom is het zeker in het begin beter om lang genoeg naar één voorwerp te kijken.

Hetzelfde geldt voor reuk en smaak.

Door onze zintuigen echt te openen en in het onmiddellijke beleven te staan wordt de aandacht afgeleid van het denken zodat dat voor een stuk kalmeert. (Het is niet de bedoeling om helemaal in diepe eenpuntige concentratie te verzinken, en zo het denken uit te schakelen. Dat is niet de weg van zen. Dat is eerder een beperkte techniek die niet leidt tot echte bevrijding. We komen er later nog op terug.) Dat is de technische, doelgerichte kant van deze aandacht, zou je kunnen zeggen. Maar tegelijk is er, zoals ik al zei, een andere, grootsere kant: in plaats van ons bewustzijn te concentreren in het denken, en dan het gevoel te hebben dat het het denken zelf is dat rondkijkt en luistert en voelt, nemen we als het ware ons natuurlijk territorium weer in. We bewonen met onze aandacht niet alleen het denken, maar alles wat we ervaren dit moment. Voor alle duidelijkheid: met woorden als ervaren of beleven bedoel ik noch de persoonlijke appreciatie van iets, noch de herinnering eraan, maar wel het directe waarnemen, het onmiddellijke bewustzijn ervan, dat voorafgaat aan elke gedachte daarover.

Maar ik zie toch altijd al wat er is, en ik hoor toch al wat er gebeurt …

Ergens op de achtergrond volg je wel de gebeurtenissen daarbuiten, dat zal wel, ja. En als het echt aangenaam is, een goede wijn of mooie muziek, dan zal je wel meer in het directe ervaren gaan – alhoewel bij zo goed als iedereen dan nog het grootste deel van de aandacht naar het denken gaat. Onderschat niet in welke mate je je voor dat wat IS hier en nu kan openstellen. Het gaat je voorstellingsvermogen te boven, in de meest letterlijke zin van het woord.

En om die aandacht op te brengen is het nodig dat ik me oprecht interesseer voor alles wat ik zie, hoor, voel …

Ik zeg eerder: laat je fascineren door het directe ervaren van geluid, gevoel, licht. Interesseren klinkt me te verstandelijk. Stel je drie verschillende attitudes voor: een eerste is die, waarbij je erg in gedachten verzonken met de trein door een landschap rijdt, en wel naar buiten kijkt, maar volstrekt niets ziet.

Dat is al zeker niet de bedoeling.

Nee, maar waar het ook niet om gaat hier, is de attitude van de oplettende, wakkere, reiziger die door dat landschap rijdt en heel geïnteresseerd rondkijkt. Ik zie bomen en ik bedenk dat die al vroeg hun bladeren aan het verliezen zijn, ik zie ook welke soorten het zijn, en ik schat hun leeftijd. Dan kijk ik naar de wolken en veronderstel ik dat het snel zal gaan regenen, maar ik heb een paraplu bij dus dat is ok. Enzovoort. Zie je? Ik ben zo opmerkzaam, zo geïnteresseerd, zo betrokken. Dat is iemand die heel wakker is, alles opmerkt, maar voortdurend, precies door die geïnteresseerde betrokkenheid ingaat op het denken dat erop volgt. Dat is voor veel mensen het ideaal van de alerte, betrokken persoon. Nu is deze attitude natuurlijk op veel momenten wenselijk, zeker ook in de omgang met de anderen, maar het is niet die geesteshouding waar ik nu de aandacht op wil vestigen.

Waar wil je naartoe?

In dit stadium van de beoefening is nog iets anders nodig: het zien van de bomen, maar zelfs het woord boom dat opkomt, daar gaan we niet op in, laat staan op welk soort boom het zou zijn, of hij vroeg zijn bladeren verliest, om nog te zwijgen van speculaties over zijn leeftijd. Voortdurend terugkeren dus naar het onmiddellijke ervaren van zien, horen, voelen. Bekijk het denken als een soort van dromen. Maak kennis met echt wakker zijn. Dat is een goede richtlijn in deze fase.

Waarom zeg je: ‘in deze fase’? Bedoel je dat het denken uiteindelijk toch geen dromen is?

Ik bedoel eerder dat je uiteindelijk de totaliteit van de werkelijkheid als een soort droom zal zien. Maar ons eerste werk is de gedachten als dromen te zien. Want het zijn zij die de rest van de waargenomen werkelijkheid haar schijnbaar substantiële karakter verlenen. Maar dat is voor later. Maak er nu geen concepten van. Denk alleen niet dat wat ik op dit moment vertel, het laatste woord is. Ik geef enkel aanwijzingen in welke richting je kan gaan zodat het inzicht zich kan verwezenlijken.

Maar denken is op zich toch niet verkeerd, en het is toch zeker niet verkeerd om actief betrokken te zijn in de wereld, en zeker in de mensen?

Natuurlijk – betrokkenheid bij de wereld en bij de mensen in de eerste plaats is een symptoom van een verlichte blik op het bestaan. Daarom ook is dezelfde betrokkenheid een belangrijk pad op weg naar verlichting. We zullen daarop uitgebreid ingaan in een volgend gesprek. Eerst wil ik het hebben over twee begrippen die essentieel zijn in de praktijk van zen.