11. Rituelen

 

Wat vind je van rituelen? Zijn die nodig?

De reden waarom een vast traject dat je dagelijks te voet aflegt, zo geschikt is als moment van beoefening is net omdat het altijd hetzelfde is. Je hoeft je niet af te vragen welke weg je zal nemen. Je aandacht zal niet worden getrokken door allerlei huizen of winkels die je anders niet ziet. Je kan gewoon in het stappen, ademen, zien en horen gaan, zonder met je denken in te gaan op wat je ziet of hoort. Tegelijk is de logica omkeerbaar: omdat je vooral in het horen en zien zelf gaat, en niet ingaat op wat je ziet of hoort, zal je niet geneigd zijn om steeds een andere weg uit te stippelen, uit verveling, omdat het denken steeds nieuwe prikkels zoekt. Je zal gewoon de kortste nemen, of de rustigste bijvoorbeeld.

Maar…

Op dezelfde manier maak ik elke ochtend mijn ontbijt. Dat doe ik met aandacht zodat een bepaalde handelwijze ontstaan is die gewoon het meest praktisch is. Zo ontstaat er vanzelf een ‘ritueel’. Omdat dat altijd hetzelfde is kan ik in plaats van te denken over wat ik doe en hoe ik het doe, gewoon verblijven in de aandacht op de gewaarwordingen en handelingen hier en nu. ‘Verblijven in de aandacht op de gewaarwordingen en handelingen hier en nu’ is natuurlijk een verstandelijke, dualistische manier om te beschrijven wat er dan gebeurt. Je kan ook zeggen: ‘Er wordt ontbijt klaargemaakt.’ Het is dus in zekere zin een ritueel, maar het is geen ritueel dat iemand mij heeft geleerd en dat ik kopieer, het is een ritueel dat spontaan gegroeid is. Ik heb dan ook geen enkele behoefte om anderen te leren hetzelfde ontbijt te eten als ik, en dat op dezelfde manier, met exact dezelfde handelingen klaar te maken. Ik denk dat het normaal is dat iedereen zijn eigen, spontaan ontstane rituelen heeft.

Wanneer ik in de voormiddag thuis ben en tussendoor een kop thee drink, zijn er natuurlijk bepaalde handelingen die hetzelfde zijn, maar is er minder het gevoel van een vast ritueel dan bij het ontbijt. Waarschijnlijk is dat omdat het zetten van een kop thee zo eenvoudig is. Toch zou je merken dat ik daar waarschijnlijk bepaalde gewoontes bij heb die misschien verschillend zijn van jouw gewoontes. Daarna drink ik de thee op zonder dat ik de kop op een speciale manier neerzet of op een bepaalde manier vasthoud. Ik neem de kop wel aandachtig vast; ik drink de thee met aandacht op. Maar ik gebruik dus geen bepaalde vorm of zo. Je weet dat in het oude Japan de theeceremonie een gerespecteerde traditie was die geassocieerd werd met zen. Ik heb verscheidene vrienden die deze ceremonie beoefenen, en dat kan een heel waardevolle en diepe beoefening zijn die je uitnodigt tot een heel open aandacht. Het kan ook gewoon heel fijn zijn om te doen. Zelf ben ik er echter niet zo door aangetrokken, ik drink thee liever zoals ik die spontaan drink. En ook dan kan je aandacht heel scherp zijn. Ik merk dat in alle eenvoud observeren wat er hier en nu gebeurt, hoe je lichaam beweegt, hoe klanken en gedachten zich vermengen en tegelijk elk zichzelf blijven op elk moment, hoe het zijn zich manifesteert hier en nu, dat dat misschien wel de allersterkste beoefening is. Een beoefening die elk moment doorgaat, die geen bijzondere elementen uit andere culturen of periodes nodig heeft. Zo vermijd je elke illusie dat je iets ‘speciaals’ aan het doen zou zijn; of dat je lang moet studeren om een ceremonie onder de knie te krijgen, of dat je denkt dat je het allemaal heel goed doorhebt omdat je een ceremonie goed kent.

Ja, want ik zou denken dat, zeker wanneer je hele ceremonieën uitvoert, zoals in de traditionele Japanse zen, de neiging tot ‘holle vormelijkheid’ de kop kan opsteken… dat het dwangmatige dan nog sterker kan worden dan in de simpele beoefening tijdens het dagelijkse leven waar we het zojuist over hadden.

Niet noodzakelijk, hoor.  Maar het gebeurt wel. Zoals ik je reeds zei, heb ik het inderdaad wel dikwijls zien gebeuren dat mensen die perfectionistisch zijn, die dwangmatig willen controleren, zich aangetrokken voelen tot de traditionele zen. Want daar heb je regels die je precies zeggen hoe je thee moet drinken, hoe je je tanden moet poetsen enzovoort. Ze krijgen dan het gevoel dat ze met hun perfectionisme, hun controledwang op het juiste pad zitten, op een spiritueel pad zelfs. Zo graven ze zich steeds verder in in hun eigen patsituatie; hun ‘zenbeoefening’ wordt in plaats van een spiritueel pad een snelweg naar totale verkramping, gehechtheid en burn-out. Een patroon dat ooit ontwikkeld werd om een diepe angst te compenseren en te verbergen, wordt dan versterkt in plaats van belicht en doorprikt. De illusie dat ‘ik’ het wel zal redden als ik alles maar goed genoeg controleer, is een van de meest schadelijke.

Maar voor anderen kan het toch wel nuttig zijn om op een nauwgezet voorgeschreven wijze iets uit te voeren?

Ja, natuurlijk. Er zijn verschillende manieren en stijlen van zenbeoefening mogelijk. Het is belangrijk een stijl te kiezen die aansluit bij je persoonlijkheid, zonder daarom tegemoet te komen aan je neuroses of gehechtheden. We zijn gewoon om onze patronen te volgen, onze gehechtheden en als we die strategie dan gebruiken om een spirituele weg uit te stippelen, bevinden we ons misschien wel op de weg, maar gaan we de tegenovergestelde richting uit. Zelfkennis is dus vereist, een diep zelfonderzoek op psychologisch/therapeutisch niveau is aangewezen voor elke beoefenaar, en een absolute vereiste voor leraren.

In het algemeen ben ik wat wantrouwig tegenover het gebruik van vormen die expliciet exotisch zijn. In vele gevallen schuilt daar een hang naar iets speciaals achter, terwijl je diepe natuur realiseren niets speciaals is: het is ontwaken tot dat wat je altijd al geweest bent. Je moet in zen niets verwerven of bereiken: de uitnodiging bestaat erin los te laten. De idee dat realisatie of verlichting iets heel veraf is, is net één van de belangrijkste hindernissen. Wanneer je de mensen dan een archaïsche oosterse praktijk voorstelt, wordt deze gedachte alleen maar bevestigd. Daarom zijn de vormen die ik zelf  voorstel allemaal gegrepen uit het alledaagse leven. Zo vermijd je een gigantische omweg te maken. Het leven is kort.

Maar ik zie dat jij toch ook wel traditionele elementen gebruikt zoals gongen, groeten wanneer je binnenkomt, een traditionele opstelling van de ruimte …

Ja, alles is een kwestie van evenwicht. Het is belangrijk om ook niet xenofoob te zijn, zen is de beoefening van een open geest, een open hart. Vergeet niet dat de aardappel, de banaan, chocolade, thee, koffie, en een eindeloze reeks andere voedingsproducten oorspronkelijk ook heel exotisch waren. Toch zijn ze ondertussen helemaal geïntegreerd in onze cultuur zodat we ze niet meer op die manier ervaren. Alles draait, zoals steeds, om onze instelling: hoe we met de dingen omgaan.  Nogmaals: verschillende stijlen zijn mogelijk. Sommigen integreren toch meer Japanse elementen, anderen doen dat minder. Dat kan voor mij allemaal. Zo lang je maar niet de mening bent toegedaan dat jouw stijl de enige echte authentieke is…