16. Aandachtige observatie van toekomstplannen en verwachtingen.

 

Kunnen we eens specifiek ingaan op toekomstplannen, verwachtingen enzovoort?

Het principe is opnieuw heel gelijklopend, met dit verschil dat waar het verleden normaal gezien vrij eenduidig is – het is zó gebeurd en niet anders – er veel mogelijke toekomstbeelden zijn. Onze fantasie is in staat de meest uiteenlopende verhalen te schetsen van wat er nog zal gebeuren. Besef goed dat wat er ook gebeurt, het altijd nu is.

Het is waar, dikwijls kijk ik vooruit naar wat er de volgende dag of een paar uur later zal gebeuren, bijvoorbeeld wanneer ik iemand ga ontmoeten. Er komen allerlei beelden op van wat ik ga zeggen, van wat de ander zal antwoorden, en dan blijkt alles compleet anders te verlopen.

Ja, zie je hoe je, gedreven door angst, gevangen zit in die virtuele toekomstbeelden?

Gedreven door angst?

Ik bedoel niet dat er een alles overheersend paniek moet zijn, ik gebruik het woord angst eerder in de zin van onrust, onzekerheid voor de toekomst. Je zoekt zekerheid door te anticiperen, vooruit te denken, scenario’s te overlopen.

Op zich is dat toch niet slecht?

Natuurlijk niet. Het is ook weer een natuurlijke vaardigheid die ons evolutionair gezien een heel groot voordeel heeft opgeleverd. Het is heel verrassend eigenlijk, dat we nu zo weinig met de toekomst van de aarde en haar milieu begaan zijn. Het lijkt wel of we gewoon nog veel meer begaan zijn met dingen te pakken te krijgen, geldelijk gewin, grijpen. Best triest.

Maar wanneer deze vaardigheid met je op de loop gaat is het einde natuurlijk zoek. Terugdenken aan het verleden en er lessen uit trekken is eveneens een grote troef, maar wanneer je vastzit in de herinneringen is het weer een gevangenis. Vergeet niet waarom we het hier over verleden en toekomst hebben: dat is om te zien hoe ze, vanuit de realiteit hier en nu in wezen illusies zijn, illusies die de illusie van een apart zelf ondersteunen. Die doorprikken we door heldere aandacht.

Veel mensen denken met angst vooruit aan de dood.

Het is belangrijk daar de totale zinloosheid van in te zien. Je leeft nu, je sterft nu. Wanneer je sterft, geef dan je aandacht aan het sterven. Wanneer je je leven niet doorgebracht hebt in illusies, kan je zonder spijt sterven. De dood zelf, daar kan je je beter geen voorstelling van maken. Die is niet verschillend van nog niet geboren zijn. Was je in 1702 ongelukkig? Ik denk het niet. Wat is het probleem, als je alles helder ziet?