15. De aandachtige observatie van herinneringen
Hoe kan ik herinneringen helder observeren?
Herinneringen zijn buitengewoon meeslepend, ze nemen het bewustzijn gemakkelijk in beslag. Hun inhouden vertellen over wat voorbij is, zijn een soort samples van het verleden, als foto’s en geluidsopnames. Daardoor trekken ze ons heel erg in het verhaal van de geschiedenis, van onze persoonlijke geschiedenis, en dus in de illusie van de tijd.
Wat bedoel je met ‘illusie van de tijd’? De tijd is er toch?
Ja, maar het is – hoe belachelijk simpel het ook mag lijken – altijd nú. Dat diep, diep met je vlees, beenderen en merg beseffen voorbij woorden is een van de belangrijkste aha-erlebnissen die je je kan voorstellen. Dat betekent dat elke waarneming, elke gewaarwording, elke ervaring nú gebeurt. Elke gedachte, elke emotie, elke herinnering verschijnt nú in het bewustzijn. Maar omdat nú herinneringen verschijnen aan elk mogelijk voorbij moment, lijkt het alsof er zich een reëel, bestaand verleden achter ons uitstrekt. En omdat er nú een hele waaier aan toekomstplannen, verwachtingen, verlangens en angsten verschijnen, lijkt er een hele toekomst te bestaan. Maar wat betekent dat, dat er een verleden bestaat? Wat betekent het, dat er een toekomst bestaat? ‘Bestaan’ kan alleen maar betekenen: ‘nú bestaan’. Iets dat bestond, bestaat niet – het ís er niet nú, dat is de betekenis van ‘bestaan’! Op dezelfde manier: iets dat zal bestaan, bestaat niet. Hoe kan een toekomst bestaan? Hoe kan een verleden bestaan? Natuurlijk is het – op een praktisch niveau – belangrijk het verleden te kennen en aan de toekomst te denken, maar ze bestaan niet zoals je je dat voorstelt. Ze zijn helemaal virtueel, een luchtspiegeling.
Ja maar, bijvoorbeeld de kathedraal van Antwerpen, die werd toch voltooid begin zestiende eeuw, en die staat er toch?
Zeker, maar die staat er nú. Toen men eraan begon, was het nú. Toen ze werd voltooid, was het nú. Nú is het nú. De Big Bang vond nú plaats. De aarde koelde nú af. De dinosauriërs graasden en joegen nú. Daar is geen speld tussen te krijgen. Maar voel je hoe mijn formulering wringt? Want omdat ik verwijs naar een nú in het verleden gebruik ik de verleden tijd, en dat klopt niet. Nú is tegenwoordige tijd. Dus eigenlijk moet ik zeggen: men begint nú met de bouw van de kathedraal. Ze wordt nú voltooid. De Big Bang vindt nú plaats. De dinosauriërs leven nú.
Maar dat is dan toch een voorbij nu, waar je van spreekt?
Wat zou dat kunnen betekenen, een voorbij nu? Hoe kan er meer dan één nu zijn? Een voorbij nu is trouwens een paradox, want ‘nu’ betekent dat wat noch voorbij, noch toekomstig is.
Ja maar, het is toch duidelijk dat we nu geen dino’s zien lopen, het is dus een ander nu.
Bekijk het anders: als het nu hetzelfde nu is dat voortdurend verandert. Wat krijg je dan?
Euh, geen idee?
Ik help je even op weg. Je leeft al zo lang met dat virtuele verleden en die al even virtuele toekomst, dat je een soort innerlijk landschap voor je ziet dat zich uitstrekt van een ver verleden naar een verre toekomst, en het nu zie je dan als een flinterdun scheidingslijntje dat elke seconde een seconde naar rechts opschuift, is het niet?
Ja, ja, zoiets, ja. Dat klopt.
Maar je bent het ermee eens dat dat verleden en die toekomst alleen nú bestaan in je bewustzijn als herinneringen en toekomstplannen? Als gedachten?
Ja.
Dus dat hele uitgestrekte landschap dat zich uitstrekt van verleden naar toekomst is een illusie?
Als jij het zegt …
Want ze bestaan als voorstelling in je geest, nu?
Ok.
Dus het is niet correct om je het nu voor te stellen als een ongrijpbaar dun momentje tussen verleden en toekomst, dat elke seconde een seconde naar rechts schuift. Heel het verleden en heel de toekomst bevinden zich in dat nu, worden waargenomen in het nu, op de meest letterlijke en onweerlegbare manier?
Nu begrijp ik waarom je altijd zo nadrukkelijk nú zegt, want inderdaad, we gebruiken het woordje ‘nu’ altijd op een heel bescheiden manier, alsof het om een heel onbelangrijk momentje gaat, maar in werkelijkheid omvat het alles…
Dat klopt.
Het is vreemd om het zo te bekijken maar je klinkt wel heel zeker van je zaak.
Wees maar zeker. Gedurende tientallen jaren van intensieve beoefening van helderheid ben ik alleen maar nu tegengekomen. Van verleden of toekomst heb ik nooit iets anders gezien dan een herinnering nu of een toekomstplan, eveneens nu.
Dat is ook een soort van Copernicaanse revolutie eigenlijk.
Absoluut. In de klassieke maar dus illusoire visie – die van het denken, van de concepten – is er een weids verleden en een weidse toekomst, en daartussen een ongrijpbaar nu-momentje.
In de heldere visie – van het directe ervaren, zullen we het maar noemen – is er alleen dat ‘nu’, dat verleden en toekomst bevat. Het is een tijdloos nu, want het schuift niet elke seconde op, het ís gewoon. Meer bepaald, het is nú! Wanneer kan iets anders zijn, bestaan dan nu? Dat is onzin.
Ja, maar iets kan wel bestaan hebben. Daarvoor hebben we de verleden tijd: de dino’s bestonden wel degelijk, 100 miljoen jaar geleden.
Ik begrijp je echt wel hoor, maar bestaan ze? ‘Bestaan ze’ betekent natuurlijk niets anders dan ‘bestaan ze nu?’
Nee.
Juist. Tenzij je zegt: nu bestaan ze als fossiel.
Maar zojuist heb je wel gezegd: de kathedraal wordt nu gebouwd, de dino’s leven nu …
Dat is waar. Daarmee wilde ik je confronteren met het feit dat ze toen ze leefden echt wel, in de volle zin van het woord nú leefden. Maar zo gauw ik zeg ‘leefden’, ga jij terug in je vertrouwde landschap van verleden en toekomst, met het opschuivende nu-momentje, en daarvan wilde ik juist de onhoudbaarheid aantonen. Tenzij als praktisch modelletje, handig in het dagelijkse leven.
Dus je zei: ‘Eerst is er dat model van een weids verleden en een weidse toekomst, en daartussen een ongrijpbaar lijntje ‘nu’’. Dan blijken, wanneer we niet doorheen het denken kijken, maar in het directe ervaren blijven, verleden en toekomst er niet echt te zijn, dus is er alleen het nu, dus is dat niet meer ongrijpbaar?
Het ‘nu’ is alles wat er is, en het is compleet veranderlijk. Het staat nooit stil. Tegelijk verlaat het nooit zijn plaats. Het blijft totaal ongrijpbaar. Wie zou het grijpen? Het is wat je bent. Laat dat diep, diep doordringen.
Hoe kan ik dat?
Door, zoals altijd, in het directe levende ervaren te gaan en niet langer doorheen de gekleurde brillenglazen van het denken te kijken. Door helder herinneringen te observeren en te zien dat ze een fenomeen ‘nu’ zijn, met een inhoud die de illusie oproept dat we worden getransporteerd naar een verleden. Het verleden komt als het ware schijnbaar tot leven. Maar het is een filmpje, het is niet echt. Zo kan ik nu een herinnering oproepen aan mijn eerste schooldag. Los van het feit hoe betrouwbaar deze herinnering bewaard is gebleven – huidig onderzoek toont aan dat dat best kan tegenvallen – is die herinnering nú. Ze heeft wel een inhoud die blijkbaar naar een verleden verwijst, zodat de indruk ontstaat dat er echt een terugkijken is, door een soort tijdsvenster, in het verleden.
Ik zie het, je kan echt niet aan het nu ontsnappen.
Exact. Al is deze krachtige illusie van de tijd uiterst geschikt om die andere illusie, die van een apart zelf, dat losstaat van de tijd en een parcours aflegt doorheen de tijd, op te roepen en in stand te houden. Een apart zelf zonder geschiedenis buiten het nu stelt natuurlijk helemaal niets voor. Maar een zelf dat doorheen de tijd blijft bestaan, dat zal echt wel substantieel zijn, zeker! Daarom is de ontmaskering van herinneringen als fenomeen nú/op dit moment zo belangrijk. En dat is trouwens ook de reden dat het niet zo gemakkelijk is. De meezuigende kracht is groot. Het is essentieel om goed verankerd te zijn in ademhaling, lichaam, geluiden, en om echt wakker te zijn in het nu als enige realiteit. Eens klaar wakker in dat nu kan je daar alles zien passeren.
Maar voor alle duidelijkheid: ik moet het verleden toch niet ontkennen?
Nee, natuurlijk niet! Evenals de emoties en het denken maken verleden en toekomst deel uit van het mens zijn! Besef gewoon dat zelfs de meest kostbare en vreugdevolle herinneringen nú in het bewustzijn verschijnen. Dat is de sleutel.