10. Wanneer beoefenen?

 

Dus ik kan op elk moment van mijn dagelijks leven zen beoefenen. Dat lijkt me toch moeilijk, het is zo’n grote uitdaging, zo’n grote stap.

Ik denk dat het een goed idee is om stap voor stap je verschillende activiteiten te betrekken in je zenbeoefening. Begin met regelmatig in de dojo, en indien mogelijk thuis zazen doen. Dan ga je uitbreiden. Kies in het begin vooral voor eenvoudige fysieke bezigheden, waarbij je niet teveel moet denken, en die een zekere duur hebben

Kan je een paar voorbeelden geven?

Stappen vind ik persoonlijk een heel goede gelegenheid. Het hele lichaam is erbij betrokken, en de bloedsomloop wordt gestimuleerd. Misschien moet je om naar je werk te gaan elke morgen en avond een vast traject afleggen. Of misschien laat je regelmatig je hond uit, of ga je boodschappen doen. Misschien ga je joggen. Voel het ademen. Voel je lichaam. Hoor de geluiden, zie wat er te zien is, wees helemaal wakker. Ga met je denken niet in op interessante dingen of gebeurtenissen maar verblijf in het zien, horen, voelen. Ik zou dit eerst zoveel mogelijk in een kalme omgeving beoefenen, om het dan later ook op drukkere plaatsen, en in het verkeer toe te passen. Wanneer je bijvoorbeeld in een rustige straat loopt, voel dan elke stap. Voel hoe de voet loskomt van de grond, hoe het been zich vooruit beweegt, hoe de voet contact maakt met de grond, voel de druk op de voetzool. Voel het hele lichaam stappen. Voel het ademen. Je kan goed  in de concentratie op het stappen gaan op zo’n moment; maar wanneer je in de stad een straat oversteekt, is er weer echt die weidse open aandacht vereist.

Ja, want ik moet toch aandachtig zijn in het verkeer, om geen ongelukken te veroorzaken!

Natuurlijk! Maar je zal merken dat de open aandacht je juist veel alerter maakt. Ze zorgt ervoor dat je zintuigen scherper staan en vlot heen en weer gaan tussen verkeerssituaties, andere weggebruikers, de lichten…  Wees helemaal aanwezig in het verkeer. Dat is je leven op dat moment. Het is juist wanneer je in gedachten verzonken bent, dat je je niet bewust bent van wat er om je heen gebeurt. Dan wordt het gevaarlijk. Laat de aandacht die je tevoren naar je overbodige, herkauwende denken liet gaan nu naar het voelen stromen. Dan is er nog meer dan genoeg aandacht over om je omgeving niet uit het oog te verliezen.  Vergeet nooit dat het de open aandacht is waar het om draait, en dat concentratie maar zin heeft wanneer ze die open aandacht helpt terugvinden.

Ik snap het, simpele handelingen die een hele poos herhaald worden.

Ja, door de herhaling ontstaat een verdieping, je aandacht wordt scherper…

En omdat het een tijdje duurt heb je de kans om ‘erin’ te komen!

Juist.

Maar wanneer je een tijdje je aandacht richt op een herhaald patroon, heeft dat dan geen hypnotiserend effect

Die vraag wordt veel gesteld! Hypnose is een toestand van diepe ontspanning waarin je extra gevoelig bent voor suggestie. Dat is hier niet de bedoeling. Een zekere rust is welkom, maar het gaat er niet om, je door de herhaalde handeling in slaap te laten wiegen. Integendeel, door ze met grote aandacht uit te voeren, wordt je wakkerder en wakkerder!

Heb je nog andere suggesties?

Een ander uiterst geschikt moment om je beoefening te integreren, is huishoudelijk werk. Koken, afwassen, stofzuigen, poetsen, de was doen … allemaal perfecte gelegenheden om helemaal in het moment te zijn, je aandacht te schenken aan lichamelijke en andere gewaarwordingen.

En eten?

Zeker! Tijdens zenretraites (sesshins) eten en drinken we in stilte. We scheppen aandachtig op, wachten samen om te beginnen, kauwen en proeven aandachtig. Hetzelfde als je ’s morgens ontbijt of een kop koffie drinkt.

Dan zijn er de momenten van persoonlijk hygiëne: tandenpoetsen, een douche nemen, naar de wc gaan.

Maar het blijft niet beperkt tot herhaalde handelingen van een zekere duur?

Nee, je kan steeds meer ook kortere, niet herhaalde  handelingen als zenbeoefening gaan zien.

Zelf heb ik er lang geleden een gewoonte van gemaakt om eender wanneer ik een lichtschakelaar indruk, dat aandachtig te doen. Ik plaats er eerst mijn vinger op, voel kort het contact, en druk dan met een bewuste beweging waarbij ik enkel maar de vinger beweeg, de knop in. Wanneer ik van één kamer in een andere stap, zal ik steeds met mijn linkervoet de drempel tussen de kamers overschrijden. Dat zijn voorbeelden van zeer korte momenten van aandacht, die je geest openen, zodat je ook daarna aandachtig blijft.

Wanneer ik typ op een toetsenbord zal ik nooit zomaar fout getypte woorden deleten en hertypen. Ik zal altijd met een zo klein mogelijke ingreep de correctie doorvoeren, dat wil zeggen: door zo weinig mogelijk letters te wissen. De neiging is heel groot om op computer op een ongecontroleerde manier te typen, omdat de precieze aanslag van je vinger geen invloed heeft op de kwaliteit van de letter en omdat foute letters gemakkelijk kunnen verbeterd worden, zeker met de spellingscorrector. Dat leidt tot een grote slordigheid, gebrek aan aandacht, die zich niet voordoet wanneer je met een vulpen of een kalligrafiepenseel schrijft. Daarom vertrek ik van een groot respect voor de getypte letter. Misschien klinkt het raar maar probeer het eens.

Maar wat is dan het verschil met dwangmatig gedrag? Kan het daar niet naar toe evolueren?

Ik begrijp je vraag, maar het is precies het tegenovergestelde van dwangmatig gedrag. Bij dwangmatig gedrag is er onvrijheid, beperking. Je zit gevangen in een patroon. Mensen die daaraan lijden zullen bijvoorbeeld vijftig keer per dag hun handen wassen. Ze kunnen daar niet mee stoppen, en ze zullen het ook niet met open aandacht doen.

Maar ik kan me voorstellen dat iemand met een dwangneurose precies zoals jij telkens met een bepaalde voet een kamer zal willen binnenstappen, of jouw typstrategie zou gebruiken.

Van buitenaf gezien zou dat daarop kunnen lijken. Maar zoals ik zei, de innerlijke beleving is  tegenovergesteld! Iemand met een dwangneurose zal absoluut met die of die voet de kamer willen binnenstappen, omdat het alternatief een heel slecht gevoel geeft, en in de praktijk zelfs onmogelijk wordt. Voor mij maakt het eigenlijk niet uit met welke voet ik binnenga. Er is vrijheid. Het is een spel, een uitdaging om bewust te zijn. Daardoor ontstaat een gevoel van ruimte. Als ik toch met mijn andere voet  binnenga is er geen enkel probleem.

Zoals een glas wijn? Als je je slecht voelt omdat je het niet drinkt kan je het beter laten. Maar wanneer die afhankelijkheid er niet is kan je er gerust van genieten.

Juist! Wanneer je geneigd bent tot dwangmatigheid of tot perfectionisme moet je zo’n beoefening helder observeren! Want je zou wel eens je neurotische gedrag kunnen voeden in de mening dat je zen beoefent. Ik heb het wel degelijk zien gebeuren, en helaas meer dan eens. Zo iemand kan maar beter een goede leraar hebben, die het patroon doorziet en aan het licht brengt, in plaats van één die geen inzicht heeft en dat gedrag versterkt, blij is dat er eindelijk ‘een goede student is die het ook echt ernstig neemt.’

Ik vind dit wel heel interessant! Zo wordt het wel erg concreet… heb je nog ideeën?

In ons dagelijks leven hebben we respect voor sommige dingen, en voor andere niet. Dat betekent dat we sommige dingen met aandacht hanteren, andere niet. Zo zullen we onze nieuwe auto met veel zorg behandelen, maar de vuilniszak die we buitenzetten, niet. In zen leren we voor alles respect te hebben, alles met grote aandacht te benaderen. Dat betekent helemaal niet dat we ons verliezen in pietluttigheden, integendeel. De liefdevolle aandacht die we hebben voor onze omgeving, voor het milieu, is een voedingsbodem voor een open en vrije geesteshouding. En tegelijk is een open en vrije geesteshouding de voedingsbodem voor die open en vrije geest.

Zijn er momenten in het leven die je niet kan transformeren in zenbeoefening?

Nee. Natuurlijk niet. Waar zou je een grens trekken? Ongescheidenheid, weet je nog? Sommige momenten zijn moeilijker omdat je gemakkelijker wordt meegesleept in de verhalen van het denken.  Die verhalen worden extra overtuigend wanneer ze ingekleurd worden door emoties. 

Zoals een echtelijke ruzie?

Bijvoorbeeld!

Maar er zijn ook momenten waarvan ik me gewoon niet kan voorstellen dat ze een soort van spirituele beoefening kunnen zijn omdat ze te banaal zijn, zoals tv-kijken…

Dat is niet meer dan een opvatting, een illusie… Op de duur kan je ook tv-kijken opnemen in je zenbeoefening, en dan zal je merken dat dat iets heel vanzelfsprekend is.

Het is heel belangrijk zelf creatief te zijn en steeds dieper te ervaren hoe je je hele leven zen kan beoefenen. Misschien lijkt het een enorme opgave als je het zo hoort, maar zie het als een uitnodiging, een spel. Het is een avontuur.

Het klinkt toch wel wat bedrukkend, zo vierentwintig uur per dag zen beoefenen, zelfs wanneer je het een avontuur noemt…

Ook dat is niet meer dan een gedachte. Doe het en je zal zien dat het heel bevrijdend is. Maar laat me je je iets verklappen. Ik heb eerlijk gezegd een bloedhekel aan het woord ‘beoefenen’.

Dat is toch een woord dat ze voortdurend gebruiken in de zen, en in andere spirituele tradities? En ze gebruiken ‘beoefenen’ en niet ‘oefenen’ omdat dat laatste te dualistisch is, te veel verwijst naar een ik dat zich oefent om in de toekomst iets te kunnen, iets te verwerven; terwijl ‘beoefenen’ slaat op gewoon doen wat je doet. Ik beoefen zazen betekent gewoon: ‘ik doe zazen, zoals die zazen hier en nu is’, en niet: ‘ik doe zazen om beter te worden in zazen’… zo had ik het toch begrepen…

Dat heb je heel goed begrepen! Alleen: ik ervaar het zo dat zelfs ‘beoefenen’ mijlenver afstaat van wat er gebeurt op zo’n moment. Er is geen gevoel van een ik, laat staan een ik dat een inspanning doet, zelfs geen inspanning die niets wil bereiken op een later moment.

Waarom gebruik je dat woord dan?

Omdat het zijn nut heeft. Op het moment dat je in de illusies zit betekent beoefenen: die illusies van je af schudden, een zekere klik maken of zelfs een soort inspanning doen om erdoorheen te kijken. Trouwens, wanneer ik zou zeggen dat je niet moet beoefenen blijven de mensen hun illusies volgen. Dat is geen verlichting. Zo lang je het gevoel hebt dat je een apart zelf bent, laat dat zelf dan maar beoefenen! Mettertijd zal alles wel duidelijk worden.

Ik weet niet zeker of ik…

Kijk, stel dat je ’s morgens maar heel moeilijk wakker wordt. Je doet je uiterste best om wakker te worden, om recht te komen, om de slaap die je terug overmant te overwinnen. Dat is het beoefenen van het ontwaken op dat moment. Maar eens je compleet wakker bent een uurtje later…

Maak daar maar twee van…

Heb je dan nog het gevoel dat je een inspanning doet om wakker te zijn? Dat je ook maar iets doet om wakker te zijn?

Nee, dat is waar.

(Is even stil)
Kan je het nog eens samenvatten? Want we zijn stapsgewijs begonnen maar ondertussen is het toch weer veel geworden.

Spreek erover met je leraar als je vragen of twijfels hebt. Er zijn ontelbare praktische tips die niet kunnen opgesomd worden omdat er zoveel verschillende situaties zijn, en we dikwijls zo verschillend reageren op de dingen.

Onthoud dat je altijd ademt. Je kan altijd terugkeren naar het voelen van je adem.
Onthoud dat je altijd je lichaam bijhebt. Je kan altijd terugkomen naar het voelen van je lichaam, in welke houding of handeling ook.
Wanneer je een handeling doet, of die nu herhaald is of niet: schenk aandacht aan die handeling.
Wanneer je spreekt, schenk aandacht aan het spreken.
Wanneer je samen bent met anderen, schenk aandacht aan wat ze doen, wat ze zeggen, hoe ze zich voelen. Over de omgang met anderen, die natuurlijk van het allergrootste belang is, zullen we het trouwens uitgebreid hebben in een volgend gesprek.
Wanneer je alleen bent, kan je steeds aandacht schenken aan wat er is, aan wat er gebeurt: verkeer dat je ziet of hoort, geluiden of gebeurtenissen om je heen, hoe betekenisloos ze je ook voorkomen.