15.
Eerbiedwaardige beoefenaars van de weg, tast niet naar de olifant en probeer niet om de ware draak te pakken te krijgen. Streef ernaar het doel te raken door direct te wijzen. Vereer de geest die voorbij studie gaat en al het doen overstijgt. Ervaar de verlichting van de boeddha’s en erf op correcte wijze het samadhi van de voorouders. Beoefen voortdurend zoheid, en je zal zo zijn. De schatkamer zal zich uit zichzelf voor je openen zodat je ervan gebruik kan maken zoals je wil.

Het tasten naar de olifant en het te pakken krijgen van de ware draak verwijzen naar twee klassieke parabels. Het verhaal van de blinden en de olifant zou zelfs ouder zijn dan het boeddhisme. De Boeddha vertelde het minstens bij twee verschillende gelegenheden, maar ook Shankara, de 8e eeuwse grondlegger van de advaita vedanta maakte er gebruik van en tenslotte vinden we ze ook bij de grote soefileraar Rumi.  Een groepje blinden betast een olifant. De ene voelt de slurf en denkt dat de olifant een soort slang is; een ander voelt een poot en meent dat een olifant als een boom is; nog een ander voelt een oor, de buik, de staart enzovoort. Ze menen allemaal dat ze zelf een juist beeld hebben van de olifant, want ze hebben toch correct gevoeld? Dus moeten de anderen zich vergissen, en al snel ontstaat er ruzie. Je kan deze parabel op een aantal verschillende domeinen toepassen, maar in het boeddhisme gaat het uiteraard over de manier waarop velen in het duister tasten naar de dharma, het boeddhistische onderricht, de werkelijkheid van het bestaan, de ware natuur. Ze zien er wel iets van, maar niet het geheel en begrijpen daarom niet waar het precies over gaat. Omdat ze dat niet beseffen ontstaan er misverstanden en discussies. Daarom zegt Dogen: wees niet als deze blinden. Als je het hele plaatje niet ziet, besef dat dan. Wees niet enggeestig, klamp je niet vast aan beperkte standpunten. En het beste is natuurlijk om echt te ontwaken en de olifant te zien in zijn totaliteit. Dan is tasten als een blinde niet meer nodig.

Het verhaal van de draak is een oude Chinese volksvertelling. Er was eens een man, Ye Gongzi (Jap. Seiko),  die enorm gesteld was op draken. Hij wist alles af van hun gedrag, sprak er graag over, verzamelde afbeeldingen en beeldjes van draken… Op zekere dag hoorde een echte draak dat er iemand was die heel geïnteresseerd was in zijn soort. Hij was gevleid en bracht de man een bezoekje. Die schrok zo erg dat hij zijn zwaard trok, en de draak maakte dat hij weg was… Een draak staat hier voor het ware onderricht. Veel mensen zijn wel wat geïnteresseerd in boeddhisme, zen, mystiek, maar als het ernstig wordt en ze in aanraking komen met een echte leraar, slaan ze in paniek. Of: zelfs mensen die jaren trouw zen beoefenen, haken af wanneer het ontwaken zich aandient. Het ego wordt defensief en trekt zijn zwaard. Daarom zegt Dogen: wees niet als Ye Gongzi, verjaag de ware draak niet als ze verschijnt, beoefen geen salon-zen, laat je niet afschrikken wanneer je ziet waar het echt over gaat.

Streef ernaar het doel te raken door direct te wijzen.

Al in de tweede paragraaf had Dogen gezegd hoe belangrijk het is, het doel precies te raken. Nu vermeldt hij hoe we dat kunnen doen: door direct te wijzen. Direct wijzen is een klassiek hulpmiddel in zen. Leraars trachten direct te wijzen naar de levende realiteit hier en nu, voorbij woorden. In plaats van te zeggen “kijk naar de maan[27]” kunnen we wijzen naar de maan. Maar zelfs de vinger is nog, net als het woord maan, een hulpmiddel. Daarom zegt het spreekwoord “kijk niet naar de vinger die naar de maan wijst (maar naar de maan zelf)”. Zelfs als we geen leraar zijn kunnen we voor onszelf direct wijzen, in plaats van ons te verliezen in woorden. We kunnen landen in de ongescheiden realiteit hier en nu, die we altijd al waren. Deze ademhaling. Dit geluid.

Vereer de geest die voorbij studie gaat en al het doen overstijgt.

Studie betekent hier volgens mij niet enkel verstandelijke studie, wat wij studeren zouden noemen. Het duidt elke stapsgewijze, persoonlijke inspanning  aan. Die dienen we te overstijgen, dat is de ware inspanning, de juiste inspanning. De moeiteloze inspanning en het overstijgen van het doen zijn heel vertrouwde ervaringen wanneer het gevoel van een ik dat alles doet doorprikt wordt. Moeiteloos wil niet zeggen dat alles moeiteloos gaat zoals IK wil; nee het betekent dat alles moeiteloos verloopt zoals het verloopt. In het christendom zegt men: “niet mijn, maar Uw wil geschiede”. En de wensen, verlangens en oordelen, ook die komen moeiteloos op. Er is geen doener. De 5e eeuwse boeddhistische leraar Buddhagosa schreef in zijn Visuddhimagga :

Er is geen doener van een daad,
noch iemand die de resultaten ervan oogst.
Enkel verschijnselen vloeien af en aan-
dat is de enige juiste visie.
(XIX 20)

Want er is lijden, maar niemand die lijdt;
en doen bestaat alhoewel er geen doener is.
Bevrijding bestaat; geen bevrijd persoon;
alhoewel er een pad is, is er niemand die het gaat.
(XVI 90)

Ervaar de verlichting van de boeddha’s en erf op correcte wijze het samadhi van de voorouders. Beoefen voortdurend zoheid, en je zal zo zijn.

Tenslotte doet Dogen nog een laatste oproep om de verlichting van de boeddha’s en de zazen van de voorouders zelf te ervaren; en herhaalt hij de raad over zoheid (enkel dit) uit de 4e paragraaf. We weten hoe zorgvuldig Dogen in deze tekst heeft geschrapt, om enkel de essentie te behouden. Elke herhaling is bijgevolg een bewuste keuze geweest.

De schatkamer zal zich uit zichzelf voor je openen zodat je ervan gebruik kan maken zoals je wil.

De schatkamer waarvan hij spreekt is de schatkamer van het ware dharma-oog (Jap. Shobogenzo), de titel die Dogen ook aan zijn magnum opus gaf. Deze uitdrukking is afkomstig uit het verhaal dat vertelt hoe Mahakashyapa de opvolger van de Boeddha werd. Op een dag, tijdens een bijeenkomst op de Gierenpiek, nam de Boeddha een bloem in zijn hand en glimlachte. Alleen Mahakashyapa glimlachte mee, waarop Boeddha zei: “ik heb de schat van het ware dharma-oog, het onbevattelijke hart van het nirvana. Ik vertrouw hem toe aan Mahakashyapa.”


[27] De maan die met haar koele witte licht alles gelijkelijk helder belicht is symbool voor verlichting. (LDW)


Luc De Winter, Ho Sen Dojo, 26 augustus 2018
Copyright Luc De Winter 2018