9.
De zazen waarvan ik spreek is geen kwestie van leren mediteren. Het is eenvoudigweg de dharmapoort van genoegen en gemak. Het is de beoefening-realisatie van complete verlichting. Realiseer het fundamentele punt vrij van illusie
[22] Eens je het ervaart ben je als een draak die in het water zwemt of als een tijger die verpoost in de bergen. Weet dat de ware dharma uit zichzelf bovenkomt en hindernissen en afleidingen opheldert.

De zazen waarvan ik spreek is geen kwestie van leren mediteren.

Veel mensen komen naar de dojo om te leren mediteren. Zen lijkt hen wel de meest geschikte stroming om dat te leren! En nu zegt Dogen dat zazen geen meditatie is? Precies. Wat Dogen hier bedoelt met meditatie is een techniek die je kan aanleren, een techniek die je aanwendt om een doel te bereiken. Zazen bestaat er precies in, deze attitude te laten vallen en gewoon te verblijven in het bestaan. Elk bewust nagestreefd doel buiten dit moment, elk beoefenen omwille van een verlichting in de toekomst slaat de bal al mis. Daarom kan de ware, diepe dimensie van zazen geen meditatietechniek zijn. Zazen is techniekloos zitten. Ophouden te spartelen en samenvallen met wat je altijd al geweest bent.

Het is waar, soms worden er ook bepaalde technieken uitgelegd, bijvoorbeeld zegt men wat je kan doen als je slaperig bent, of als je te gespannen bent. Bovendien wordt er voorgesteld, steeds terug te komen naar de ademhaling. Maar tijdens inleidingen zal je me niet horen zeggen dat je je op je ademhaling moet concentreren, want dat creëert een bijzonder doelbewuste, controlerende attitude die in strijd is met zazen. Eerder wordt je uitgenodigd om je te laten fascineren door het voelen van de ademhaling, alsof je die nog nooit hebt gevoeld. Dat is een houding die van in het begin al een grotere openheid in zich heeft.

Dikwijls vatten mensen bij het begin deze precieze geest van zazen nog niet. Dat is op zich geen probleem. Ze zullen de aanwijzingen om de ademhaling te voelen, de gedachten niet te volgen en hier en nu aanwezig te zijn opvatten als een opdracht zoals een andere, die “ik” in de toekomst wel zal realiseren. Onderweg zal hun perspectief veranderen doordat ze verloren lopen in zazen, misschien gefrustreerd raken; het eindeloze zitten maakt ze uiteindelijk “gaar”, ze weten niet meer wat ze doen of zouden moeten doen, en dat is heel goed want zo ontstaat er een opening die een breder perspectief toelaat. Soms zijn het precies de symptomen van vooruitgang (“vooruitgang” betekent hier: het loslaten van elk idee over vooruitgang, en van iemand die vooruitgang boekt) die er toe leiden dat ze denken dat ze op een dwaalspoor zitten, of het niet kunnen, of dat zazen uiteindelijk onzin is. Daarom is een vertrouwensrelatie vereist met een leraar die regelmatig kan controleren of je al dan niet op het juiste pad zit.

In de advaita vedanta traditie zijn er veel leraars die waarschuwen tegen mediteren[23]. Dat lijkt misschien op het eerste zicht in tegenspraak te zijn met de zentraditie, maar dat is slechts schijn. Want nadat ze meditatie afgeraden hebben volgt er meestal een aanbeveling over wat dan wél interessant is: “je kan wel gewoon zitten,” zal men zeggen, “en zonder iets speciaals te willen bereiken, zonder iets op te zoeken of af te wijzen, kan je gewoon in alle helderheid in het moment verblijven. Dat is een directe beoefening die je in contact brengt met de vrijheid die je al bent.” Deze raadgevingen zijn natuurlijk helemaal in overeenstemming met Dogen’s zazen.

Het is eenvoudigweg de dharmapoort van genoegen en gemak.

Zoals een stadspoort toegang geeft tot een stad, geeft een dharmapoort toegang tot de dharma. Herinner je dat de dharma het totaal van de werkelijkheid is, maar ook: de veelvuldige verschijnselen waaruit ze bestaat, en de fundamentele inzichten (van de Boeddha en anderen) betreffende de manier waarop we hier mee om kunnen gaan. Zazen, zegt Dogen, is de aangename, vredige, vreugdevolle, genoeglijke en zelfs gemakkelijke poort om hier toegang tot te krijgen. Dit laatste is natuurlijk weer een dualistische uitdrukking, die nuttig is vanuit het perspectief van de illusie (en de geïllusioneerde). In wezen is er geen toegang naar dat wat we altijd al waren; daarom spreekt men in zen van de poortloze poort.

Het is de beoefening-realisatie van complete verlichting.

Aangezien er geen weg is naar dat wat we al zijn, geen methode om te worden wat we altijd al waren, geen strategie, manier of techniek om dat wat altijd al aanwezig was op te roepen, is elke dualiteit tussen beoefening en realisatie een illusie, en kunnen we enkel maar spreken over beoefening-realisatie. Dat is een heel belangrijk punt in Dogens onderricht. Zazen is geen strategie om verlicht te worden, het is een passende manier om je verlichting te uiten. Zazen is geen manier om te ontwaken, het is het ontwaken zélf. Zazen is geen  techniek om vrij te worden, het is het beleven, het vieren van die vrijheid.

Realiseer het fundamentele punt vrij van illusie. Eens je het ervaart ben je als een draak die in het water zwemt of als een tijger die verpoost in de bergen.

Wat betekent het dan om het fundamentele punt te realiseren? Het betekent het doorprikken van de illusies. Wat overblijft is de ware verlichte natuur. De soefi’s spreken van zeventigduizend sluiers die ons scheiden van God. Het aantal mag dan een beetje ontmoedigend lijken, elke sluier is ook maar dat: een flinterdunne laag die geen substantie heeft. Het is enkel doordat de sluiers zich opstapelen dat God uit het zicht verdwijnt. Maar de scheiding is maar schijn. Wat echt is, is het feit dat we er altijd al zijn, altijd al thuis zijn: zoals een draak in het water, of een tijger in de bergen. Zij zijn op hun gemak, in hun element. Een draak denkt niet dat het water koud is of warm, of dat zijn doel nog ver is of dichtbij. Een draak is één met het water, het zwemmen, het bestaan. Een tijger maakt zich geen zorgen over wat er morgen zal gebeuren, en denkt niet met spijt terug aan gisteren. Hij is één met de berg, één met wat er dan ook op dat moment gebeurt.

Weet dat de ware dharma uit zichzelf bovenkomt, en hindernissen en afleidingen opheldert.

Wat betekent het dat de dharma bovenkomt? Wanneer in zazen de illusies doorzien worden komt de ware dharma boven, omdat dat de werkelijkheid is voorbij illusies (alhoewel illusies natuurlijk ook deel uitmaken van deze werkelijkheid). Het bovenkomen van de dharma is het ophelderen van hindernissen en afleidingen. Met deze zin wil Dogen volgens mij nog maar eens het vertrouwen versterken in onze fundamentele, ongescheiden natuur.


[22] Letterlijk: vrij van de gebondenheid van vogelnetten en vismanden, een Japanse uitdrukking. (KT)

[23] Anderen, zoals Ramana Maharshi, gingen er dan weer vanuit dat iedereen moet beoefenen wat voor hem of haar op dat moment het juiste stadium is: is dat mediteren, dan is dat zo. (LDW)