8. Een gesprek op het strand…

Kan je de metafoor van de oceaan en de golven gebruiken om deze verschillende formuleringen te verduidelijken?

Zeker!

Mahayana zegt: “Zie je dat die “golven” geen enkel apart bestaan hebben in werkelijkheid? Dat er maar één golvenspel is? En van dat ene golvenspel, daar kan je natuurlijk niet van zeggen dat het “iets” is, een “ding” is, want dat zijn woorden die we gebruiken om de illusie aan te duiden dat een golf een zelfstandig bestaan heeft. Dat is een relatieve term om een deel van het geheel af te scheiden door een gedachtenconstructie.

Advaita zegt: “Dat is allemaal wel waar, maar zie je niet dat die golven allemaal water zijn? Het is gewoon allemaal water! Het water neemt wel allerlei vormen aan, maar het blijft gewoon water! Voor het water maakt het niets uit of het in een hoge of een lage golf, of gewoon in de oceaan zit! Voor het water zelf gebeurt er niets. Een watermolecule blijft een watermolecule, trouwens.”

Hm, dat laatste is wel overtuigend … wat zeggen de boeddhisten daarop?

We zullen zien … laat ons even een mahayanaboeddhist en een advaitin een discussie starten.
Ik moet er wel bij zeggen dat noch mahayana, noch advaita zo’n monolithische tradities zijn als men soms denkt. Je vindt heel verschillende interpretaties binnen elke traditie.

Maar laten we luisteren naar hun discussie!

Boeddhist: “Met dat water heb ik niets te maken, ik ken alleen de golvenwereld.”
Advaitin: “Maar je BENT water!”
Boeddhist: “Veronderstel je dan een metafysische essentie achter de golvenwereld, die er de eeuwige, tijdloze ondergrond van is? Waar haal je zo’n ideeën? Bovendien, is dat niet dualistisch?”
Advaitin: “Hoezo, idee? Ik ervaar het ZIJN voortdurend, dat is geen abstracte theorie voor mij! En trouwens: het water is op geen enkele manier gescheiden van de golven hoor: golf is de vorm die water aanneemt, water is dat waarvan de golf gemaakt is, dat is één. Staat dat niet in jullie Hartsoetra: “Vorm is leegte, leegte is vorm?””
Boeddhist:  “Leegte is niet de ondergrond van de vormen, zoals water van de golven; leegte is de totaliteit van de vormen, die samen één zijn!”
Advaitin: “Waar zijn die vormen van jullie dan van gemaakt?”
Boeddhist: “Die zijn nergens van gemaakt, dat zou dualistisch zijn, die zijn er gewoon, maar opnieuw: enkel in onderling verband!”
Advaitin: “Maar er is toch iets, en niet niets?”
Boeddhist: “Ook dat is dualistisch! Over het ongescheiden geheel kan je niet zeggen dat het bestaat noch dat het niet bestaat, dat zijn allemaal dualistische ideeën die alleen een plaats hebben binnen dat geheel, dat wij de leegte (of grenzeloosheid) noemen.”
Advaitin: “Ik begrijp je argument, je kan van het geheel niet zeggen dat het bestaat als een relatief voorwerp, maar je kan eventueel zeggen dat het geheel absoluut bestaat. Er is niet niets, maar iets”
Boeddhist: “Dat is metafysica! Zweverig, speculatief gedoe!”
Advaitin : ”Helemaal niet! In de directe waarneming is er geen onderscheid, geen tijd, is het altijd nu …”

Enzovoort, zo kunnen ze nog uren doorgaan.

Spannende discussie! Wie heeft er gewonnen?

(Lacht) Ik zou zeggen dat noch boeddhisme, noch advaita wint. De echte winnaars (dit klinkt heel fout, zie het maar puur als een retorische manier van spreken) zijn zij die, in om het even welke traditie, ook deze laatste schijnbare gescheidenheid overstijgen en zien dat het alleen woorden zijn, die geen enkele zin hebben als je er uitspraken mee wil doen over de werkelijkheid. Waarom? Omdat de werkelijkheid de taal overstijgt, taal is een deel van de werkelijkheid. Dat neemt niet weg dat die manieren van spreken heel nuttig kunnen zijn om mensen wakker te schudden, en ze in de richting van een echte bevrijding te sturen.

Denk aan de bevrijding als een plaats in Australië: om deze te bereiken stuurt één leraar je naar het westen, een andere dan weer naar het oosten. Als je niet inziet dat de aarde rond is, denk je dat één van de twee er helemaal naast zit, je zelfs exact naar de verkeerde kant stuurt! Maar als je hun aanwijzingen vertrouwt en uitvoert, zal je in Australië geraken. Natuurlijk kan je ook over het zuiden, het noorden en alle tussenliggende windrichtingen gaan, want Australië is niet afhankelijk van aanwijzingen over windrichtingen, het ligt daar gewoon.

Bekleedt de zen een speciale positie in deze discussie?

Wel, de zen is natuurlijk bekend voor zijn tendens het buiten woorden te zoeken. In de Vimalakirtisoetra werd er, voor de zen bestond,  al heel mooi op gewezen dat het laatste woord over nondualiteit sowieso stilte is! Tegelijkertijd hebben de grote zenleraars, inclusief Dogen, massa’s teksten geschreven, heel interessante teksten trouwens, die geen filosofische speculatie zijn, maar teksten die een verschil maken, die ons wakker houden, onze concepten opblazen. Maar denk niet dat zen één monolithische school is: in elke periode zijn er zeer uiteenlopende stijlen en vormen van zenonderricht tegelijkertijd geweest. Dat geldt trouwens, zoals ik al zei, voor alle boeddhistische scholen, en voor advaita. We moeten dus oppassen met generaliseren.

En wat is je eigen standpunt hierin?

Dat is simpel. Wanneer je echt intiem bent met de ongescheidenheid kijk je gemakkelijk over de muurtjes heen. Je kan dan perfect terminologie van mahayana, zen, advaita, soefisme, meister Eckhart, enzovoort gebruiken, wanneer die haar nut heeft. Dat is het klassieke mahayana principe van upaya: handige hulpmiddelen om mensen tot bevrijding te leiden. Gebruik dat, wat het beste werkt op dat moment, voor die persoon. Wanneer mensen zich krampachtig vastklampen aan de terminologie en het onderricht van hun eigen specifieke school of traditie, dringt de vraagt zich op: hebben ze het wel echt gerealiseerd? Of praten ze na, wat ze hebben gehoord? Het spreekt vanzelf dat het niet volstaat van een wegbeschrijving van buiten te leren om een echte gids te zijn voor anderen. Je moet echt intiem het terrein kennen, vanuit je eigen ervaring. Dan kan je vrij kiezen welke woorden je gebruikt om de weg te wijzen.