Inleiding
Deze beknopte, heldere en inspirerende tekst van Patrick Pargnien vat op buitengewone manier onze beoefening samen, zelf beschouw ik hem als een parel van het hedendaagse zenonderricht.
De tekst spreekt voor zichzelf, zodat ik volsta met een kleine voetnoot: Ejo, die op het einde vermeld wordt, is zenleraar Koun Ejo (1198-1280), opvolger van Dogen als abt van Eihei-ji. Ejo liet maar één eigen werk na: de Komyozo Zanmai (Samadhi van de Lichtschat). Hieraan is het begrip spirituele licht ontleend.
Luc De Winter
Nieuwe geest en aanwezigheid
Op de Weg kunnen we verschillende valkuilen tegenkomen; één daarvan is de opvatting, dat de beoefening van de Weg dient om de geest van het ontwaken te ontwikkelen.
Natuurlijk kunnen we wel het streven naar het ontwaken (anders gezegd: de realisatie van onze diepste werkelijkheid) cultiveren, en dus die geest van het ontwaken “onderhouden”. We kunnen voor de meest gunstige voorwaarden zorgen, door regelmatig te mediteren en een volle aanwezigheid te cultiveren op elk moment van ons leven.
Maar hoe kunnen we iets ontwikkelen dat er altijd al was ?
De beoefening van zitmeditatie is in wezen je ontdoen van een aantal zaken. Meer bepaald is het een beoefening van loslaten, van alles te laten vallen wat we menen te kennen, te weten over onszelf, de anderen, de wereld en de Weg. Zo kunnen we plaats vrij maken, waar dan de overstijgende dimensie van onze realiteit van zijn zich kan manifesteren. Dat is een waar innerlijk pad, de “heilige inzet” van de spirituele reis.
Veel beoefenaars denken ook dat de moeilijkste aspecten van de beoefening van de Weg tijdens de zitmeditatie, de pijn, de confrontatie met de mentale agitatie, of het tegenovergestelde daarvan, namelijk de slaperigheid, zijn.
Het is waar, dat zijn pijnlijke momenten om door te maken, maar het moeilijkste om te realiseren in de Weg en in je leven is een nieuwe geest, een geest die steeds fris is, een geest die zich afstemt op het nieuwe van elk moment. Een geest die niet blijft vastzitten op wat er geweest is, en die ook niet grijpt naar wat er gaat komen. Je zou kunnen zeggen: een geest die het vermogen heeft van de verwondering.
Deze verwondering gaat niet samen met een geestestoestand die vastzit in gewoontes. Zelfs als ze misschien maar heel eventjes duurt, komt die verwondering op wanneer de geest zich niet langer hecht aan voorbije ervaringen, en wanneer hij niet gekleurd is door verwachtingen naar een “betere” toekomst. Deze verwondering is levensvreugde. Een levensvreugde die niet beperkt blijft tot jezelf, tot je eigen persoonlijke welzijn, maar die echt de hele wereld voedt.
Afstemmen op de beweging, op het nieuwe van het huidige moment, vereist een buitengewone scherpte van geest maar ook een soepelheid, een open hart om zonder weerstand de onophoudelijke veranderingen in de stroom van het bestaan te kunnen volgen.
Wanneer we zijn afgestemd op het nieuwe van elk ogenblik, op de levende werkelijkheid van het huidige moment, kan er geen enkele verwachting overeind blijven.
Wanneer er geen enkele verwachting meer is, kan geen enkel ongeduld, geen enkele verveling meer opkomen.
Wanneer er niet de minste verwachting is, is de innerlijke ruimte open, beschikbaar.
De innerlijke ruimte is open, beschikbaar voor het tijdloze nu.
Het tijdloze nu is geen plaats, geen bevroren tijd waarin we ons kunnen nestelen,
maar een eindeloos veranderende beweging.
Het realiseren van een nieuwe geest, frisse geest vereist dat we ons bevrijden van de geestestoestand die iets verwacht. Om die bevrijding mogelijk te maken, is het nodig onze manier van functioneren in het bestaan te observeren. Veel mensen denken hun leven eerder dan het te leven en wachten dus met beginnen leven. We kunnen wachten op betere tijden, een betere situatie, gunstigere levensvoorwaarden, verlichting, enzovoort. Dat wil zeggen dat een geconditioneerde reflex ons ertoe drijft om te verlangen naar morgen, om te verlangen naar wat komt. Deze verwachting schept op een subtiele maar onmiskenbare wijze een spanning, een innerlijk conflict.
Een innerlijk conflict tussen de levende werkelijkheid hier en nu en de projectie van een verhoopte betere toekomst. Wanneer we de gevangene zijn van dat conflict dan is onze kwaliteit van zijn, de kwaliteit van ons leven sterk aangetast want we staan niet meer in contact met het huidige moment. Het huidige moment, waar we ten volle levend zijn, waar de overstijgende dimensie van ons bestaan zich kan manifesteren.
Daarom is het zo belangrijk om, telkens je merkt dat je verglijdt in een geestestoestand van verwachting, daar niet in te blijven hangen, maar een inspanning te doen om je terug in verbinding te stellen met het huidige moment, om het ogenblik waarin je je bevindt te bewonen. Als je in je leven vaststelt dat je in dat verwachten verzeild ben geraakt, blijf er dan niet in. Doe je best om terug te komen naar de ademhaling, naar de gewaarwordingen die zich manifesteren in het huidige moment; om de handelingen die je stelt, de gebaren die je maakt te bewonen. Het is in die kwaliteit van zijn dat er een nieuwe geest kan bloeien.
Deze nieuwe geest, deze frisse geest die afgestemd is op elk moment, staat in onderlinge afhankelijkheid met onze capaciteit om gevestigd te zijn in een aandacht, in een aanwezigheid die noch tussenbeide komt, noch zich onttrekt aan wat er is. Dat wil zeggen dat ze niets grijpt, en niets verwerpt. Een aanwezigheid die niet oordeelt, die analyseert noch interpreteert.
Deze kwaliteit van aanwezigheid is niet passief, niet gelaten. Het is een levende aanwezigheid die afgestemd is op dat wat is zoals het is zonder zich eraan te hechten, zonder zich ermee te identificeren. Er is eenvoudigweg aanwezigheid.
Het is in het hart van die aanwezigheid dat we ons kunnen bevrijden van de wurggreep van het systeem van identificatie. Want in het hart van de aanwezigheid die zich niet fixeert op wat er geweest is, en niet vooruitdenkt aan een toekomst, heeft dat systeem dat zich onder andere baseert op het heen en weer gaan tussen spijt en verlangen, geen enkel houvast, geen enkele voeding. Het heeft dus niets meer om zich rond te kristalliseren.
In het hart van die aandacht, in die kwaliteit van aanwezigheid kan zich dát openbaren wat Ejo het spirituele licht noemde, dat wat ik soms de intelligentie van het hart noem. De overstijgende dimensie van onze realiteit van zijn.
Nederlandse vertaling: Luc De Winter
© Patrick Pargnien & Luc De Winter 2017