Er zijn.
Verwacht niets. Wees er gewoon, zittend, zonder wat dan ook te vermijden of uit te sluiten.
Verwacht niets. Wacht noch op het einde van de zitmeditatie, noch op een gunstig effect van de beoefening. Verwacht niet dat je een bepaald doel zal bereiken. Verwacht geen speciale toestand. Zo gauw er een of andere verwachting is, is er verdeeldheid, gescheidenheid. Verdeeldheid in jezelf, gescheidenheid van de levende ervaring van het moment.
Wanneer lichaam en geest verenigd zijn, intiem afgestemd zijn op de levende werkelijkheid van elk moment, dan kan er geen enkele verwachting, geen enkele ergernis of verveling opkomen. Er is simpelweg wat er is. Er is enkel de beweging, de vloeiendheid, de veranderlijkheid van het huidige moment. Er is simpelweg de volheid van het er zijn.
Cultiveer deze volle aanwezigheid van elk moment. Vol in de zin van volheid, totaliteit. Cultiveer een aanwezigheid die niet benoemt. Dat betekent dat er geen behoefte is om te verblijven in het weten van wat er is, van te benoemen dat er inademing is, in zichzelf het feit te benoemen dat ik aan het uitademen ben of dat ik terug moet keren in het lichaam omdat ik merkte dat ik in een gedachte zat. Cultiveer een aanwezigheid die simpelweg de inademing voelt, de beweging, het ritme van de ademhaling voelt, elk aspect van de lichaamshouding voelt. Een aanwezigheid die elke gewaarwording voelt, elke gedachte waarneemt, elk denkbeeld, zonder te benoemen dat het er is. Wanneer ik benoem dat ik aan het inademen ben, is er onmiddellijk een verdeeldheid, een gescheidenheid. Er is een object dat de ademhaling is, en een subject dat ademhaalt. Op dezelfde manier als dat je concentreren op de houding een verdeeldheid schept. Aan de ene kant is er de lichaamshouding als object, aan de andere kant een subject dat zich op die lichaamshouding concentreert. Cultiveer enkel de intentie aanwezig te zijn, aanwezig in het zittende lichaam. Er is simpelweg een wezen dat zit.
Op dezelfde manier, wanneer er bewustzijn is van meegevoerd te zijn door een gedachte, in het bijzonder door een mentale constructie, maken we geen gebruik van het mentale systeem om dit meegevoerd zijn te benoemen en om te zeggen wat te doen. Zo gauw het bewustzijn van het afdwalen er is keren we simpelweg terug naar het gewaarzijn van het lichaam, van de ademhaling, dat wil zeggen dat dit bewustzijn dat niet benoemt aanwezigheid is. En die aanwezigheid is bewustzijn.