9. Medevreugde

Is de derde van de brahmavihara, in het Sanskriet is dat mudita. Je zou het de tegenhanger van mededogen kunnen noemen. Mededogen vertrekt van de observatie van het lijden van de anderen en wil dat dan verhelpen. Medevreugde vertrekt van het geluk van de anderen, en verheugt zich mee in dat geluk, in die vreugde.

Het tegenovergestelde van afgunst dus… en dat kan je op dezelfde manier cultiveren als liefdevolle vriendelijkheid en mededogen?

Zeker.

Leert het boeddhisme niet dat het leven lijden is, tot je je ware natuur ziet?

Het is subtieler dan dat. Het stelt alleen vast dat, zolang je de knoop van het bestaan niet doorzien en ontward hebt, je geluk nooit compleet zal zijn. Er zal altijd het gevoel aanwezig blijven dat er iets niet goed zit. Dat is wat de Boeddha dukkha noemde, een woord dat afgeleid is van het beeld van een wiel dat niet goed gecentreerd is.

Je kan deze vreugde van de anderen, waarin je meegaat, dus op verschillende niveaus bekijken. Misschien is de ander wel gelukkig omdat hij zijn ware aard gezien heeft. Misschien is hij wel gelukkig omdat zijn ware aard onbewust doorschemert op een bepaald moment. Of misschien is hij of zij wel gelukkig om een kleinigheid, om een relatieve omstandigheid, die niet blijvend is – maar ook dan kan je in alle eerlijkheid mee gelukkig zijn. Ik zou zelfs zeggen dat elk geluk een doorschemeren is van onze ware natuur.

Hoe bedoel je?

Stel dat je een voetbalsupporter bent, en dat je favoriete ploeg een wedstrijd wint. Dat is een omstandigheid zonder diepgang, kan je zeggen, die heel tijdelijk, heel vergankelijk is – ze duurt maximum tot de volgende wedstrijd. Een mooi voorbeeld van geluk, dat afhankelijk is van omstandigheden.

Je zegt toch altijd dat het ware geluk niet afhangt van omstandigheden?

Ja, dat is waar, maar waar komt dit – o zo relatieve – geluk vandaan? Is het geen verre afspiegeling van het ware tijdloze geluk dat we opmerken? Zelfs wanneer we zelf de indruk hebben dat dit geluk afkomstig is van de overwinning, is dat dan wel zo? Kan geluk wel afkomstig zijn van een omstandigheid? Wat is de diepste basis van elk geluk?

Daar moet ik eens over denken…