3. Ethiek vanuit het “ik-gevoel”

Er zijn toch ook mensen die zichzelf absoluut als een apart individu zien, en toch goed zijn voor de anderen?

Daar heb ik drie dingen over te zeggen.

Ten eerste: Ja zeker! Zoals ik al zei ben ik overtuigd dat menselijke goedheid en altruïsme een heel natuurlijk verschijnsel zijn. Er kunnen allerlei gedachten opkomen die dat vanzelfsprekende ethische gedrag blokkeren, maar dat is niet altijd het geval.  Het is best mogelijk dat je open en vrijgevig functioneert zonder dat je ooit van zen of een ander spiritueel pad hebt gehoord. Of misschien heb je je laten inspireren door de woorden van Christus of Gandhi,  en was dat voldoende voor jou om de illusie van gescheidenheid te doorprikken en een compleet vrij, onzelfzuchtig leven te gaan leiden. Maar ik moet erbij zeggen dat dat niet zo vaak voorkomt.

Wat is je tweede punt?

Naast de identificatie met onze eigen persoon is er ook een soort ruimere  identificatie; die met onze naasten. Een moeder zal normaal gezien voor haar kind zorgen als voor zichzelf. Het geluk van haar kind is haar geluk. Hetzelfde voor partners, ware vrienden, families. We kunnen onze identificatie verder uitbreiden tot onze stam, dorp, stad; of tot ons ras, onze religie, onze nationaliteit.  Op al die vlakken is een gezond, relativeerbaar identiteitsgevoel natuurlijk even nuttig als het ego van een mens. Evenals voor  het relatieve individu is het goed voor een volk of natie om te weten wie ze zijn, wat hun gebruiken zijn, waarin ze verschillen van anderen. Het is maar wanneer die identiteit als een absolute realiteit wordt gezien dat er problemen ontstaan.

Waarom zeg ik dit nu? Om duidelijk te maken dat elke belangeloze altruïstische handeling ten voordele van iemand van mijn familie, dorp, groepering, met andere woorden iemand waarmee ik mij in zekere mate identificeer, dus niet echt belangeloos is en niet noodzakelijk getuigt van een volkomen open, altruïstische instelling. Is ons ego misschien gewoon wat opgerokken, liggen de grenzen ervan iets verder dan mijn eigen individuele bestaan? In dat geval bevinden we ons nog altijd in de illusie van gescheidenheid.

Je bedoelt dat iemand die zijn leven geeft voor zijn kind, of een soldaat die vrijwillig naar het front gaat om zijn vaderland te dienen daarom nog niet totaal belangeloos is?

Daarom zegt Christus: “ik was een vreemdeling en jullie namen mij op”.  Daarom schrijft Dogen  in zijn Bodaisatta Shishobo: “Geven… (is)…  bezittingen weggeven aan iemand die je niet kent.”

Ik moet nu ineens denken aan een aflevering van House die ik ooit op TV zag. In de kliniek waar Dr. House werkt, wordt een patient opgenomen die totaal onzelfzuchtig is. Hij deelt geld uit.  Hij hoort dat iemand een niertransplantatie nodig heeft, en wil  een nier afstaan. Wanneer nog iemand anders een nier nodig heeft, wil hij zijn andere nier ook afstaan – zelfs als dat zijn eigen dood betekent. House en zijn collega’s zijn het oneens of de man een heilige is, dan wel krankzinnig.

Interessant! Ik zei je toch, dat je meer TV moest kijken… wat gebeurt er dan?

Wel, zijn vrouw voelt zich er niet goed bij, ze wil dat hij van haar op een bijzondere, andere manier houdt… maar hoe kan je met iemand een relatie hebben als je voor een totaal vreemde je leven geeft? Als je van iedereen op dezelfde manier houdt? Dat is ook mijn vraag…

Wel natuurlijk is er een verschil tussen hoe je omgaat met vreemden en met je eigen familie en vrienden. Persoonlijke relaties zijn ook reëel. Zelf denk ik dat dat een soort fundamentele behoefte is. Maar het is mogelijk, om een relatie te hebben en tegelijk veel van je tijd te besteden aan onbekenden.

Voor alle duidelijkheid: het is goed, heel goed zelfs, om van je naasten te houden en ze goed te behandelen. Ik zou zeggen: begin maar met hen! Maar beperk je er niet toe.

En wat was dat derde punt?

Mensen die leven vanuit de idee dat ze een apart zelf zijn, zullen vanzelf geneigd zijn dat aparte zelf te beschermen. Maar de georganiseerde religies, waar ik nu ook de vrijzinnigheid toe reken, verspreiden naar het grote publiek ethische richtlijnen en verbodsbepalingen omdat de bron van de ethiek uitleggen te moeilijk is. Dat is niet slecht, maar als we niet vanuit de kern van die richtlijnen leven zullen zij als een soort van extra laag boven onze zelfzucht geplakt worden: “ik zou eigenlijk anderen moeten helpen”. Zo ontstaat er een complexe situatie van dwang, schuld en tegenstrijdige gevoelens, die voor heel wat inwendige en uitwendige wrijvingen kan zorgen… zelfs als het naar buiten toe op het eerste zicht om altruïstisch,  hulpvaardig gedrag gaat. Zo’n niet doorvoeld altruïsme wordt gemakkelijk doorprikt als “niet echt”…  Het is vanuit deze observatie dat de ideeën komen dat de mens “een wild dier met een dun laagje beschaving is”.

Vergelijkbaar hiermee is de vriendelijkheid van iemand die fundamenteel onzeker is, en die de gewoonte heeft aangenomen om zeer vriendelijk tegen anderen te zijn, om ze vooral niet te ontstemmen. Dikwijls zien we zo iemand als een aangenaam en vriendelijk, meegaand persoon, maar wat erachter schuilt is een lijden. Dikwijls heeft zo iemand van jongs af aan zijn zelfstandigheid, en zelfs zijn eventuele kwaadheid en agressie leren onderdrukken. Wat moet er eerst gebeuren om deze persoon te bevrijden? Hij moet in contact komen met zijn verdrongen behoeftes. Wanneer je tegen zo iemand zegt: “Boeddhisme gaat erover vriendelijk te zijn tegen de mensen” zal hij denken, ah, dat is iets voor mij, dat kan ik goed…  Maar zolang hij in dat patroon blijft zitten zal er nooit een werkelijke bevrijding plaatsvinden. Hier kan een vorm van psychotherapie bij helpen.

Soms heb je van die mensen die de Ideale Boeddhist of de Jezusfiguur uithangen, die zo overdreven zeemzoeterig doen…

Wat je dan irriteert is de onechtheid ervan. Maar het kan ook subtieler zijn hoor. Ik heb meerdere mensen gekend die iedereen voortdurend hielpen maar ondertussen zelf doodongelukkig waren. Het kan zijn dat ze eerst moeten ophouden zich aan deze rol vast te klampen, om hun ware vriendelijkheid te ontdekken.

Ai, nu lijkt het wel alsof simpelweg een beetje een goed mens zijn zo gecompliceerd is…

Helemaal niet. Maar de uitnodiging bestaat er dus in, helder onze beweegredenen te zien en steeds meer en meer allerlei patronen waarin we vasthangen los te laten. Zo realiseert zich ware vrijheid.

Bedoel je dat een of andere vorm van therapie of  zelfonderzoek op psychisch niveau nodig is?

Ik denk dat dat heel, maar dan ook heel aanbevelenswaardig is als je je op een spiritueel pad begeeft, ja.